Dinsdag 04 juni 2013

Blog - Ik heb al anderhalf jaar zo’n zwart vierkant Apple TV doosje naast mijn televisie liggen, maar nooit was dat zwarte stekkertje met de naam Belkin me opgevallen. Nu kijk ik daar met heel andere ogen naar. Op hun website staat dat Belkin - een bedrijf dat gevestigd is in Los Angeles, Californië (USA), maar een Europees kantoor heeft op Schiphol-Rijk - ‘people-inspired products and solutions’ maakt. Voor Richard Plugge, manager van het Blanco Pro Cycling Team, is dat zeker zo, als we De Telegraaf mogen geloven, want er is nog steeds geen officieel persbericht uitgegaan. Toen ik Raymond Kerckhoffs begin vorige week aan de telefoon had liet hij zich nog voorzichtig pessimistisch uit over de kansen dat Belkin de boedel van Blanco (die op elkaar lijkende namen gaan de overgang beslist vereenvoudigen!) over zou nemen. Rabobank toonde zich niet al te gewillig om financieel een steentje bij te dragen bij de transitie (de bank had zich immers in een voorstadium garant gesteld voor het respecteren van de doorlopende contracten, mits….), maar daar is kennelijk eind vorige week toch overeenstemming over bereikt. De tijd begon natuurlijk ook te dringen: als je als nieuwe sponsor je entree op de rode loper van de honderdste Tour de France wil maken, moet je nu toch beginnen je corporate identity op de ploeg over te brengen middels shirts, wagenpark en ander promotiemateriaal.

Werk aan de winkel
Met minder dan vier weken te gaan is er bij Blanco/Belkin dus volop werk aan de winkel. Natuurlijk is het een goede zaak voor het Nederlandse wielrennen dat er voor de boedel van Rabobank een nieuwe sponsor is gevonden. Minder leuk voor de oranje fans is dat de nadruk vanaf 2014 zal verschuiven van een Nederlands naar een meer internationaal getint aandeel van de ploeg. Maar dat is onvermijdelijk, met op de achtergrond een Amerikaanse sponsor met wereldwijde belangen. Ik vind het overigens wonderbaarlijk dat Plugge c.s. erin geslaagd zijn om uitgerekend een Amerikaanse geldschieter voor hun team te interesseren. Ik had gedacht dat na de affaire-Armstrong, met zijn vertakkingen naar Amerikaanse renners als Landis en Hamilton, het zakenleven in de USA nogal huiverig zou staan ten opzichte van het wielrennen. ‘Belkin products make people’s lives better, easier and more fulfilling’. Dat moet de renners alvast als muziek in de oren klinken, hoewel je het management ook wel eens zou willen toeschreeuwen dat ze het de renners ook weer niet al te makkelijk moeten maken. Want – en daar begin ik weer te zeuren – ik was ‘not amused’ toen ik hoorde dat ook Mollema de Gesink-ziekte had opgelopen. De nuchtere Groningen heeft zich ook al door trainer Delahaye laten wijsmaken dat elke dag tig-maal tegen de Pico del Teide opfietsen je een betere renner maakt.

Stagnerende labratten
Heeft u Mollema, die ik echt hoog heb zitten, maar die we toch alsjeblieft niet als een potentiële Tourwinnaar moeten zien (althans nu nog niet), dit jaar al ergens in actie gezien buiten die paar fletse optredens in de klassiekers? In de Dauphiné kruisen onder meer Froome en Contador – de protagonisten van een superduel in de Tour, nu Wiggins thuis blijft – de wapens, maar Mollema is net als Gesink lekker aan het trainen. Laten we hopen dat de whizzkids van Belkin – zij startten in 1983 in een garage in Californië met twee man hun hightech bedrijfje en groeiden in dertig jaar uit tot een multinational met meer dan 1200 werknemers verspreid over 21 landen (zie ook www.belkin.com en facebook.com/belkin, alvast wat reclame maken voor die boys kan vast geen kwaad!), wat meer pit in de breinen van zowel het management, de begeleiding als de renners van het Belkin Pro Cycling Team kunnen implanteren. Wie weet komt het dan ook nog goed met die stagnerende labratten Gesink en Mollema!