Op de olympische ranking hield Veldt zowel de Rus Manakov als de Zwitser Suter achter zich. Op voorhand was dat al de voornaamste opdracht voor Veldt in Londen. “Ik ben superblij dat ik nu voor het eerst ook uit mag komen op het omnium op de Spelen. Dat is na een zwaar seizoen een enorme opsteker.’’

Na vijf van de zes onderdelen stond Veldt op een podiumplek: derde, achter de Colombiaan Gaviria en de Italiaan Viviani. In de afsluitende puntenkoers besloot Tim Veldt, in samenspraak met de coachingstaf, geen risico te nemen. Veldt stemde zijn koers volledig op zijn voornaamste concurrenten af, liet de kans op een medaille al vlot varen. “Ik had een dubbele agenda. Dat maakt het niet makkelijk koersen. Als ik voor het podium mee had willen doen, had ik meer lef, meer durf moeten tonen. Maar dan had het ook mis kunnen gaan. Het was vooral belangrijk om bij die Rus in de buurt te blijven.’’

Veldt in uitstekende vorm

Veldt was de dag begonnen met een vierde plaats op de kilometer, waarop hij een derde stek op de vliegende ronde liet volgen. Dat waren, na zijn val en terugplaatsing naar de tiende plaats op de afvalkoers vrijdagavond, een opsteker. Veldt toonde het hele toernooi aan in uitstekende vorm te verkeren.   

Het wordt Veldts derde deelname aan de Spelen. In 2008 reed Veldt de teamsprint, in 2012 was hij lid van de achtervolgingsploeg. In aanloop naar Rio zal Veldt ook weer aanhaken bij de achtervolgingsploeg. Bondscoach Jabik-Jan Bastiaans: “Dat lijkt me een helder verhaal. Hij is een vaste waarde in die ploeg. Wie 1.02 op de kilometer kan rijden, en 4.21 op de achtervolging, moet altijd in die ploeg. We hebben niemand in Nederland die dat ook kan.’’

Het omnium kende overigens een ongekend spannende ontknoping. Aan het eind van de puntenkoers hadden drie man 191 punten. Fernando Gaviria kwam echter eerder over de streep dan de Duitser Roger Kluge en de Australiër Glenn O’Shea en eiste het goud op. De Italiaan Elia Viviani zou de titel hebben gewonnen bij winst in de laatste sprint. Hij werd echter tweede, achter Mark Cavendish. ,,Veldt: ,,Er doen nu zoveel goede wegrenners mee op het omnium, het is een eer om met die jongens om de prijzen te strijden.’’

Kirsten Wild op vijfde plaats na eerste dag omnium

Voor Kirsten Wild staat na de eerste dag van het omnium vijfde. Wild, winnares van de wereldbeker, werd zaterdagmorgen zevende in de scratchrace, waarna ze ’s middags met 3.34,882 de vierde tijd op de individuele achtervolging noteerde. In het derde omniumnummer, de afvalkoers, duelleerde Wild zaterdagavond laat lang met de overige medaillekandidaten. Ze werd uiteindelijk zesde. Dat was niet tot haar tevredenheid. “In de afvalkoers had ik verder moeten komen. Jammer, want over de achtervolging was ik juist zeer tevreden.’’

Met 92 punten houdt Wild hoop op een medaille. De Amerikaanse Sarah Hammer en de Britse Laura Trott delen de leiding met ieder 112 punten. Wild: ‘’Bij de mannen heb ik gezien dat het nog alle kanten op kan gaan. Het zal moeilijk worden nog een medaille te halen, maar onmogelijk is het niet.’’

Geen hoofdrol sprintvrouwen

Voor Laurine van Riessen en Elis Ligtlee was er geen hoofdrol weggelegd in het sprinttoernooi. Met 10,958 seconden over de vliegende ronde plaatsten beide vrouwen zich eenvoudig, als zevende en achtste. De eerste ronde bleek echter voor Ligtlee het eindstation. De 21-jarige sprintster uit Eerbeek, vorig jaar tweede op de wereldtitelstrijd, ondervond dat ze – na een val in de Zesdaagse van Rotterdam begin januari – nu fysiek onvoldoende in orde is om de strijd met de top aan te kunnen. Ligtlee werd geklopt door Jessica Varnish. “Het is niet gegaan zoals ik gehoopt had. Normaal gesproken zou ik hier veel verder zijn gekomen, nu zat er niet meer in.’’

De op sprintgebied nog onervaren Van Riessen liet blijken snel progressie te boeken door Olga Ismayilova uit Azerbeidzjan te verslaan. In de achtste finales maakte Van Riessen het de Nieuw-Zeelandse Natasha Hansen knap lastig, het verschil op de streep bedroeg slechts 0,021 seconden. Het lukte de 28-jarige Leidse niet via de herkansing nog terug te keren in het toernooi. ‘’Als je weet hoe lang ik op de baan rijdt, mag ik trots op mezelf zijn. Ik mis nog timing, een stukje techniek en ook wat agressie. Maar ik heb hier enorm veel van geleerd. Dat we ons via de teamsprint voor de Olympische Spelen hebben geplaatst, vind ik echt supergaaf. Ik kan het, een paar dagen later nog steeds nauwelijks bevatten. Er is nu nog ruim de tijd om hier beter in te worden.’’

Bondscoach René Wolff noemde de vroege uitschakeling van Ligtlee “niet onlogisch”. Op de teamsprint en 500 meter heeft ze goed gepresteerd, op de andere onderdelen zat er fysiek gewoon nu net niet genoeg in. Je hoopt anders, maar het zijn de feiten. Als je een atleet wilt laten presteren, dan praat je over hoop, en ga je samen voor het maximaal haalbare, probeer je de wedstrijd te winnen. Op zulke momenten refereer je niet aan het verleden. Maar dit is dus nu het maximaal haalbare.’’

Wolff was zeer te spreken over de vorderingen van Van Riessen. “Laurine rijdt een pr op de 500 meter, een snellere 200 meter dan ooit, en levert een mooi sprinttoernooi af. In de teamsprint was ze stabiel. Ik kijk er heel erg naar uit om de komende maanden met haar, en Elis, naar de Spelen toe te werken en hun ontwikkeling te volgen.’’