Tekst: Dan Rolandus; Foto: Sportfoto

Niels Wubben begon het seizoen in september verdienstelijk met een bevredigende veertiende plaats in de WB-wedstrijd in Las Vegas, gevolgd door een dertiende stek in de Superprestige van Gieten. Maar de prestaties werden vervolgens met klasseringen zo rond de twintigste plaats toch wat minder. "De ploegleiding gaf signalen af dat de prestaties beter moesten, maar het werd niet beter,’’ geeft de 27-jarige professionele veldrijder aan begrip te hebben voor het besluit van de TC van de Belgische profploeg. ,,Je moet jezelf niet voor de gek houden, dus qua prestaties snap ik het heel goed. Je ziet ook bij andere ploegen renners vertrekken, dus voel je dat je uiteindelijk zelf ook aan de beurt bent. Als je de profstatus wilt behouden zal je uitslagen moeten rijden en die reed ik niet. Ik heb er alles aan gedaan, maar als je behalve jonge toppers als Lars van der Haar, Mathieu van der Poel, Wout van Aert en al die anderen aan je voorbij ziet komen moet je beseffen dat de top voor jezelf ver weg is. Ik maakte elk jaar progressie, maar dat waren kleine stapjes, terwijl ik zag dat bepaalde mannen om me heen grote stappen vooruit maakten.’’

Craft-Ten Tusscher

De voormalige crosser van Westland Wil Vooruit, het offroadteam van Rabobank-Giant en het continentale Rabobank Development, die er niet in is geslaagd een nieuwe profploeg te vinden, gaat zijn wielercarrière voortzetten bij het mtb-team van Craft-Ten Tusscher, het team van Jan ten Tusscher. "Ik heb besloten om als amateur weer op de mountainbike te stappen,’’ sluit Niels Wubben, die zijn finest hours beleefde in 2010 met een tweede plaats op het EK-mountainbike voor beloften in het Israëlische Haifa, de derde plaats in de WB-wedstrijd van Val di Sole en een derde plaats op het NK-veldrijden in 2012 achter Lars Boom en Thijs van Amerongen, af. "Ik hoop me bij Ten Tusscher nog te plaatsen voor het WK Veldrijden op 30 januari in Heusden-Zolder. Daarna ga ik gewoon werken en pak als amateur de mountainbike. Het ligt in de bedoeling dat ik de jonge renners in de ploeg kan aansturen naar een hoger niveau. Daarnaast blijf ik mijn wedstrijden rijden, een WB-wedstrijd, de nationale wedstrijden en de Benelux-Cup. Ik zal niet meer volledig gaan meedraaien in de wereldcyclus. Ik kijk het allemaal aan hoe het zich evalueert en zie dan wel wat de toekomst brengt.’’

Foto: © Sportfoto