In de ochtend werden de kampioenschappen voor de titels op de ploegenachtervolging verreden. Bij de dames werd al snel duidelijk dat de finalestrijd tussen de teams van ’t Geloof, Kessler, Hofman en Bloem (4.48,152) en de vier ervaren baanrensters Markus, Spoor, Pieters en Koedooder (4.44,922) ging. In de finale bleek deze laatste ploeg uiteindelijk nog sneller te kunnen en met hun tijd van 4.41,240 verwezen de dames hun tegenstanders, die een tijd van 4.47,936 noteerden, naar het zilver. Het brons ging in de troostfinale naar Raaijmakers, Zoete, Hulst en Teeseling (4.47,555).

Bij de heren lagen de snelste teams in de kwalificaties zeer dicht bij elkaar. De tijd van Mouris, Markus, Looij, Ruijmgaard en Veekens (4.21,645) was voldoende voor een finaleplaats. De snelste tijd werd in de kwalificaties echter geklokt door Eekhoff, Sintmaartensdijk, Tulner en Knoppert: 4.21,332. In de finales lagen de verhouding echter anders. Met een voorsprong van ruim 6 seconden (4.17,436 t.o.v. 4.24,012) wist het vijftal Mouris, Markus, Looij, Ruijmgaard en Veekens het kampioenschap binnen te halen. Brons was er voor Vos, Vierhouten, Ottevanger en Kooistra in een tijd van 4.22.184.

De teamsprint bij de dames werd met ruime overmacht gewonnen door Elis Ligtlee en Hetty van de Wouw. In de finale versloegen zij met een tijd van 34,648 Janne Tiktak en Laurine van Riessen (36,617). Het brons werd gewonnen door Mirthe en Kyra Lamberink (36,895).

Het gevierde trio met Theo Bos, Teun Mulder en Tim Veldt grepen in Alkmaar net naast de nationale titel. Zij verloren met hun tijd van 46,148 in de finale van Jeffrey Hoogland, Matthijs Buchli en Harrie Lavreysen die ruim 1 seconde sneller waren (45,105). Het podium was met Hugo Haak, Roy van den Berg en Sam Ligtlee compleet (47,113).