“Het zijn koersen die je van tv kent en dan sta je er opeens zelf tussen. Ik had er met mijn trainer wel een beetje naar toe gewerkt en gehoopt dat ik mocht starten. Toen ik na afloop van Dwars door Vlaanderen hoorde ik dat ik zowel ‘Roubaix’ als ‘Vlaanderen’ rijden ging, was ik er wel even stil van. Juan-Antonio Flecha vertelde me ook nog dat het best heel speciaal is als eerstejaars om direct deze wedstrijden te mogen koersen.”

Hoe heb je de koers beleefd zondag?

“Ik heb nog nooit meegemaakt dat er langs de gehele route publiek stond, terwijl ik de route goed ken van mijn tijd bij de beloften. Op de klimmetjes stond het zelfs rijen dik en werd je voor je gevoel echt naar boven geschreeuwd. Ik heb bovendien ook mijn taken goed kunnen uitvoeren. In de eerste honderd kilometer probeerden we elke keer mee te springen als een groep weg reed, dat was wel even hectisch. Vervolgens heb ik tot de eerste keer Kwaremont gezorgd dat Flecha en Bjorn Leukemans elke keer naar voren werden gereden als ze iets te ver naar achteren zaten. Flecha heeft mij er graag bij, hij vindt dat ik dat goed kan en zegt dat ook vaak. Daar haal ik dan wel voldoening uit.”

Wat verwacht je van Parijs-Roubaix?

“Dat ik voor dezelfde mannen aan het werk mag. Het is daar ook heel belangrijk dat ze fris en voorin zitten als de finale begint. Voor mezelf hoop ik nu ook het einde van de koers te halen. In de Ronde van Vlaanderen was ik helemaal leeg en moest ik de koers voortijdig verlaten. Het zou toch wel mooi zijn als ik straks de baan in Roubaix nog opdraaien mag.”

Helemaal thuis in je rol als knecht of heb je toch ook nog eigen ambities?

“Jazeker heb ik ook nog ambities. In World Tour-wedstrijden, waar de toppers op hun best zijn en het dus echt hard gaat, heeft het weinig zin om zelf te dromen van een mooie klassering. Daar mis ik  nog de inhoud en de ervaring voor. Maar als de grote voorjaarsklassiekers er straks opzitten, zal ik mijn eigen kans ook wel weer eens mogen gaan. Zoals straks in de GP Denain bijvoorbeeld. Maar zo zullen er zeker ook nog meer koersen komen dit jaar. Van het werken voor de kopmannen word ik alleen maar sterker en daar profiteer ik uiteindelijk zelf ook van natuurlijk.”