Bij de masters 60+ was een kopgroep van vier vooruit en won Nederlof de sprint van dit kwartet. Bert Bakker gaf de aanzet tot de ontsnapping en kreeg naast Nederlof en Barend Verhagen ook John Tromp mee. De latere kampioen was toen nog niet zeker van zijn zaak. "Aanvankelijk had ik niet het goede gevoel" zei Nederlof die voor de derde keer de titel kwam ophalen in deze categorie. "Maar naarmate de wedstrijd vorderde, ging het beter en toen haalde ik die titel toch weer binnen." Hij was over het parcours zeer te spreken. "Vorig jaar won ik op een lastiger rondje, hier is het wat meer glooiend, maar toch ook zeker uitdagend. Zeker ook door de wind, die hier vandaag vrij spel had."

Maas snelste

Bij de 50+ was het opnieuw een kopgroep van drie die uiteindelijk om de prijzen mocht sprinten. Hier kwam Chris Maas als winnaar over de meet voor Lars Rietveld en Erik Meerkerk. De drie reden op vier ronden van het einde weg, eerst Rietveld en Maas later kwam Meerkerk over steken. De anderen in het uitgedunde peloton kwamen tot op twintig seconden, maar dit trio bleef uiteindelijk definitief uit de greep, tot teleurstelling van uittredend kampioen Jos Wolfkamp die nauwelijks medestanders vond voor zijn achtervolging. En dus mochten de drie sprinten om de medailles. Maas: “Ik wist van het districtskampioenschap dat ik Meerkerk in de gaten moest houden en gelukkig reed Rietveld een gat nog een keer dicht na een demarrage van Erik. De sprint ging ik al voor de bocht aan, ik wist dat ik de snelste was van deze mannen, maar ook dat het niet ver was naar de streep. Daar sloeg ik direct een kloof en daar kwam niemand meer over. Ongelofelijk dat ik hiet voor het eerst in ruim dertig jaar eens kampioen word.”

 Oppewal wint solo

Bij de masters 40+ liet titelverdediger Allard Epping er geen gras over groeien, de renner van De Volharding reed direct met Arnoud Witsenburg weg en kreeg een ronde later gezelschap van Marcel Alma, Brian Burggraaf, Taeke Oppewal en Laurens Koster. De zes wisten – ondanks een tegenaanval van zeven renners – uit de greep van de achtervolgers te blijven met hun vroege vlucht. Toen Koster en Witsenburg moegestreden waren, bleef voorin een kwartet over. Hieruit reed Oppewael weg en de kleine kloof die hij sloeg hield hij tot het einde vol. Epping won de sprint voor de tweede plek en was daar niet tevreden mee. “Er telt voor mij maar één plek, maar ik was niet sterk genoeg om de boel nog recht te zetten op het laatst.” Oppewael was zijn opvolger als kampioen. “We waren aan elkaar gewaagd daar voorin, maar hadden allemaal veel gegeven om weg te blijven. Ik zag in de slotronde nog wat sterke sprinters om me heen en toen heb ik gegokt op een uitval. Dat lukte. Geweldig om kampioen te worden, zeker na zo’n koers.”

Koppers sterk en slim

De wedstrijd bij de masters 30+ brak pas in de slotfase echt open toen een kwartet de aanval zocht. Klaas Jan Kin, Bob Jonkheer, Rikkie Dijkhuizen en Robert Koppers sloegen een kloof en hielden die ook vol, ondanks een sterk aandringend maar steeds verder uitdunnend peloton. Koppers had direct het gevoel dat hij de goede groep gevonden had. "In het peloton bleek het parcours zijn werk wel te doen, van achteren stond de deur wijd open voor renners die niet meer konden volgen. Voorin zag ik dat ook verschillende mensen wel aan hun max zaten, dus toen Dijkhuizen en Jonkheer gingen, wist ik dat het moment was aan gebroken." Toen de vier voorin aan de medailles gingen denken, leek het peloton toch nog terug te kunnen keren. "Maar we hebben elkaar opgejut om toch door te gaan. In de finale was ik niet zeker van zijn zaak, ben zelf ook nog een keer in de aanval gegaan. Toen voelde ik de kramp opkomen en moest ik even terug met mijn snelheid. Dijkhuizen ging erover heen en vanuit zijn wiel wist ik nog naar de titel te sprinten. Mijn tweede na de ameteurtitel in 2008."

NK Masters Uitslagen:

Masters 30+: 1. Robert Koppers (Den Haag), 2. Rikkie Dijkhuizen (Scheveningen), 3. Bob Jonkheer (Lisse), 4. Klaas Jan Kin (Meppel), 5. Corne Verhoeks (Zuilichem), 6. Henk Jan Borghuis (Rijssen), 7. Stefan Slager (Beesd), 8. Guido Benthem (Arnhem), 9. Richard Louman (Amsterdam), 10. Harko Kievit (Leek)

Masters 40+: 1. Taeke Oppewal (Heerenveen), 2. Allard Epping (Utrecht), 3. Brian Burggraaf (Hoofddorp), 4. Laurens Koster (Oegstgeest), 5. Marcel Alma (Harskamp), 6. Marc van Grinsven (Deurne), 7. Arnaud Witsenburg (Driebergen), 8. Teo Muis (Gorinchem), 9. Eddy Hermsen (De Lier), 10. Maxim Harteloh (Dordrecht).

Masters 50+: 1. Chris Maas (Papendrecht), 2. Lars Rietveld (Oudewater), 3. Erik Meerkerk (Zuidland), 4. Matthieu Hendriks ( Krimpen aan de IJssel), 5. John van Rullen (Schijndel), 6. Peter de Weert (Staphorst), 7. Ron Paffen (Milsbeek), 8. Frans Berrens (Amersfoort), 9. Edwin Ophof (Raalte), 10. Marc den Hoed (Ouwerkerk)

Masters 60+: 1. Gijs Nederlof (Kamerik), 2. Bert Bakker (Zaandam), 3. Barend Verhagen (Woerden), 4. John Tromp (Kudelstaart), 5. Fred de Kinkelder (Groenlo), 6. Hans van Bavel (Sint Anthonis), 7. Robert Kroep (Hoek van Holland), 8. Twan den Braber (Hoeven), 9. Joop Ribbers (Groenlo), 10. Huub Posthuma (Vlijmen)

 foto (c) sportfoto.nl