Tekst: Roy Schriemer; Foto’s: Sportfoto

De Vries stond eerder deze week in Gendringen eigenlijk zelf verbaasd van de ritzege die hij behaalde nadat hij in de aanval was getrokken met Jesper Asselman en Christophe Sleurs. “Ik win eigenlijk niet veel en dan zomaar twee keer op een dag en nog wel in een aansprekende ronde als Olympia’s Tour. Door de winst in de ploegentijdrit en het harde werk daarna heeft mijn team ook een groot aandeel geleverd in mijn zege. Ervaren mannen als Jasper Hamelink hebben me er op bepaalde momenten toch ook doorheen geloodst. Maar ik moet zeggen dat ik ook precies op tijd in vorm was dit seizoen, de planning klopte, ik was hier sterk.”

Schaatsen

De oud-schaatser, derde op het WK langebaanschaatsen voor junioren in 2008 achter Jan Blokhuijsen en Koen Verweij, heeft wel de ambitie om prof te worden net als veel voorgangers op de erelijst van Olympia's Tour. "Ik wil de top halen in de wielersport, maar ben eigenlijk pas anderhalf jaar serieus met de sport bezig. Je moet uitslagen rijden om je in de kijker te rijden en hier is dan voor het grote publiek het eerste grote wapenfeit. Het eerste doel van het seizoen is daarmee gehaald met rit- en eindwinst en een zege in de ploegentijdrit. Nu zal ik moeten bevestigen." Het schaatsen heeft hij – ook met de Olympische Spelen van Sochi deze winter – niet gemist. “Ik vind het wielrennen veel mooier. Toen ik ooit een aankomst van Olympia’s Tour in Veendam zag en Thomas Dekker daar zag presteren, wilde ik ook graag fietsen. De entourage en de beleving is hier gewoon veel mooier. Bij het schaatsen focus je jezelf soms een lange periode op één wedstrijd, waar je tijd beslist of je wel of niet ook nog grote toernooien mag rijden die winter. Bij het fietsen kun je elke week een mooie koers rijden en een mooie uitslag.”

Leren koersen

De Vries reed in 2012 bij Ruiter Dakkapellen en vanaf vorig jaar bij Piels. “Bij Ruiter heb ik leren fietsen, maar onder de hoede van Han Vaanhold heb ik echt leren koersen. Slim zijn, gemeen zijn als het moet. Ik heb daar profijt van gehad deze week. Want voor mij is het ook niet alledaags om voor een klassement te gaan in een dergelijke ronde. Afgelopen winter investeerde ik goed in mijn sport door op training te gaan in januari en februari. Ik kreeg een eerste bevestiging dat het goed zat toen ik achtste werd in Dwars door Drenthe, maar daar had ik nog niet eens mijn supervorm. Hier wilde ik er staan, allereerst voor de ploegentijdrit, die we tot in den treure verkend hebben en natuurlijk hoop je dan dat je jezelf kunt laten zien. Maar dit had ik natuurlijk niet durven dromen vooraf. Maar ik heb simpelweg mijn kans gepakt.”

Word nog beter

De Drent hoopt dat hij ooit een niveau hoger zal acteren. “Voor dit jaar had ik daar niet aan gedacht, maar waarom niet, ik word nog altijd beter.  Ik ben een hardrijder en kan hopelijk nog steeds progressie boeken. Later in het seizoen hoop ik dat nog te laten zien in wedstrijden als het NK weg en het NK tijdrijden, maar ook in andere koersen waar profs rijden. Wie weet waar dit nog toe leiden kan.”

Emotioneel

Extra emotioneel was de winst voor De Vries en zijn team vanwege de slopende ziekte waarmee teammanager Rijk Vink deze winter werd geconfronteerd. “Piels heeft nog nooit Olympia’s Tour gewonnen en Rijk gaf in januari aan dat het maar de vraag was of hij deze wedstrijd nog mee maken kon. Ik ben heel blij dat hij er bij mag zijn en ons team zo goed ziet presteren. Met mijn eindzege, twee ritzeges en de overwinning in het ploegenklassement kan hij trots zijn op dit team. Dat heeft het voor ons ook een extra lading gegeven deze week.”