Tekst: Roy Schriemer; Foto: Sportfoto

Boelé heeft deze week 114 renners aan het vertrek en vijftien teams.  Op het laatste moment meldden nog enkele ploegen zich af, de opgeroepen vervangende selectie uit Azerbaidjan is nauwelijks competitief te noemen. Zonder tegemoetkoming in de kosten voor huisvesting blijkt het voor veel teams in deze tijd lastig om zes dagen in Nederland te koersen. En dat geld is er niet bij Olympia’s Tour, ook niet voor de Nederlandse teams.  Boelé:  “Een paar jaar geleden hadden we 58 aanvragen voor twintig startplekken en moesten we dus heel veel teams teleur stellen. Nu krijgen we met veel moeite de startlijst vol. Ik moet er nog met het bestuur over om tafel, maar ik zou willen adviseren om te overwegen naar de nationale kalender te verhuizen. De Nederlandse teams rijden graag bij ons en ook enkele buitenlandse selecties hechten er waarde aan om ervaring op te doen in een vlakke etappekoers. Je mag als wedstrijd op de nationale kalender drie buitenlandse teams uitnodigen, als daar twee selecties van Australië, Amerika of Nieuw-Zeeland en eventueel een ander team bij zitten, lever je qua kwaliteit nauwelijks in op wat we nu aan deelnemersveld hebben rond rijden.”

Minder verplaatsingen

Het zou Boelé en zijn bestuur de financiële ruimte geven om een ander etappeschema in elkaar te kunnen zetten, met minder verplaatsingen vooral. Dit jaar verhuist de ronde zonder logisch verband naar overal waar men het gevraagde budget kan neertellen, een echte Limburg-etappe ontbreekt. Simpelweg omdat men het geld van de etappeplaatsen heel hard nodig heeft om rond te komen, het hoofdsponsorschap van Royal Smilde ten spijt. Koersdirecteur Herman Brinkhoff wijst er niet voor niets al langer op dat etappes dwars door een regio – en vooral in de Randstad – steeds lastiger worden om te organiseren. In de etappe vandaag in Rijswijk moet de organisatie diep in de buidel tasten om de beveiliging van het parcours te kunnen garanderen. Boelé: “En toch wil je ook niet alleen in Oost-Groningen gaan rond rijden, wat verkeerstechnisch misschien wel verstandig zou zijn. Maar als je minder geld vraagt voor de etappes, heb je wel meer keuze in je rittenschema. Je moet nu eenmaal in blijven spelen op veranderingen, want de situatie ziet er in de wielersport om de paar jaar anders uit. En door het economische tij moeten we ook wat bescheidener zijn in de toekomst” zegt de organisator, verwijzend naar de ambitieuze plannen van enkele jaren geleden om elk jaar de beste renners naar de Nederlandse ronde te halen.

Ook andere datum optie

De wedstrijd niet meer organiseren is het laatste wat Boelé wil. “Er is bij de organisatie een grote groep mensen betrokken die er met hart en ziel aan werken om deze wedstrijd met historie te behouden voor de wielersport. Heb je net vijf jaar geleden een nieuwe wedstrijd op poten gezet, dan trek je misschien gemakkelijker de stekker eruit, maar hier is dat eigenlijk geen optie. Deze wedstrijd voor wielertalenten uit Nederland en daarbuiten voorziet ook bij de renners nog altijd in een behoefte en kent een prachtige geschiedenis.  Als je ziet welke renners er hier op de erelijst staan – juist ook de afgelopen jaren – dan moet je als bestuur gewoon blijven knokken om dit in gang te houden.” Wat Boelé betreft is ook een verhuizing naar september bespreekbaar, wat  ploegen de gelegenheid zou geven vlak voor het WK nog een ploegentijdrit te rijden.

Foto: © Sportfoto