Zondag 30 maart 2014

Blog - Ze worden genoemd, de Nederlanders. Ik vind dat altijd aardig, vlak voor een klassieker. Voor een Nederlandse renner is het goed om genoemd te worden. Het is logisch dat de afgelopen jaren de namen vielen van Sebastiaan Langeveld en Lars Boom, maar ze wonnen geen enkele heuse klassieker. Nu is het duidelijk dat er nog één overblijft: een heuse Nederlandse hoop, met veel mogelijkheden tot zekerheid: Niki Terpstra. Gent-Wevelgem was niet de wedstrijd om dat te bevestigen, vijf dagen na de zege in Dwars door Vlaanderen.

Doorkomst Ieper, nog 24 kilometer. De motorcamera klimt even naar boven, naar de top van het Belfort. Bij het passeren van de Menenpoort vallen geen Nederlandse renners op in de grote groep die overeind is gebleven na de Kemmel, heuvel die in deze editie geen slagveld werd. Deze wedstrijd heeft regen nodig voor echte schiftingen in het peloton. Nu liggen de wegen er droog bij. Het wordt speculeren over het uitspelen van sprinters.

Er gaat een groep weg, er wordt tegenspel geboden door de mannen van Hushovd.  Greipel is één van de mannen die vallen. De mannen rond Degenkolb en Boonen moeten ook eens wat gaan doen. Ze passeren Menen, het is niet lang meer, met Stijn de Volder in een vluchterstrio. José de Cauwer dicht hem mogelijkheden toe ‘met drie, als iedereen kapot zit.’ Natuurlijk wordt Stijn mee ingerekend – vaste scenario in de laatste kilometers naar Wevelgem.  Voor de spectaculaire valpartij op het laatste rechte eind uit is Degenkolb de sterkste sprinter. Goed voor juichbeelden van Rudi Kemna. Met zo’n Duitser in de ploeg krijgt de zege het gekende Nederlandse tintje.

Niki Terpstra is geen sprinter. Hij is geen renner om Gent-Wevelgem te winnen. Hij vindt het zelf al te overdreven om hem favoriet te noemen voor de Ronde van Vlaanderen. Dat is geen valse bescheidenheid. Het gaat hier om zelfkennis. Niki Terpstra weet zelf als eerste de beste dat hij het best uitgerust is om boven op het podium te komen in Roubaix. Nog twee weken. De Ronde van Vlaanderen kan fungeren als een uitstekende mogelijkheid om op peil te blijven, vorm te tonen. Dan nóg kan Niki zomaar mee zijn in de beste groep, op weg naar Oudenaarde.

Het NRC kwam zaterdag met een overzicht van Laatste Nederlandse Winnaars, onder de kop Eerste grote zege sinds 2001 moet van Terpstra zijn. De krant liet kenners als Hennie Kuiper en Leo van Vliet aan het woord.  Kuiper over Niki: ‘Hij verkeert in de vorm van zijn leven en heeft de juiste leeftijd, bijna dertig.’ Van Vliet vult aan: ‘Hij moet vooral een keer geluk hebben. Als hij derde kan worden in Roubaix, zoals vorig jaar, kan hij hem ook een keer winnen. Terpstra is uitzonderlijk goed in vorm. Hij kan een keer het goede moment kiezen en vooruit blijven.’

Uiteraard heb ik niet zoveel wielerverstand als Hennie en Leo, maar ik zou zeggen: hij is jaar na jaar gegroeid, hij heeft de koersen steeds beter leren kennen en ook de juiste hardheid opgedaan. Van zijn ploeg moet hij zich niets aantrekken. De tijd is rijp. Het is Terpstra-tijd.

Foto: © Sportfoto