Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

interviewt
'Ik sta weer onder aan de ladder'

'Ik sta weer onder aan de ladder'

Maandag 27 januari 2014

Interviews - Ze werd acht keer Nederlands kampioen voordat ze bij de elite-vrouwen aan mocht treden, maar tussen de grote namen van het vrouwenwielrennen moet ze weer helemaal opnieuw beginnen. De negentienjarige Ashlynn van Baarle zoekt naar haar plek in het vrouwenpeloton: ‘Ik sta weer helemaal onder aan de ladder.’

Tekst: Ellis Heijboer; Foto: Sportfoto

Komend seizoen begint Ashlynn van Baarle aan haar tweede seizoen bij de profs. Een nieuw jaar met veel nieuwe kansen. Haar eenjarige contract bij het Italiaanse UCI-vrouwenteamteam Faren Let’s Go Finland werd niet verlengd waardoor ze aankomend seizoen bij clubteam TWC de Kempen fietst. Een stapje terug, maar mét perspectieven.

Onder aan de ladder

De overstap van junioren naar profs is voor veel meisjes erg zwaar. Ook voor Ashlynn van Baarle. Van veelwinnaar bij de junioren en jeugd naar middenmoot bij de profs is het geen makkelijk proces. "Bij de mannen zit er nog een categorie tussen, daar rijd je tussen je achttiende en drieëntwintigste bij de beloften. Bij de dames heb je dat niet. Vorig jaar was ik de jongste van het peloton, aankomend jaar komt daar weer een nieuwe lichting bij. Maar veel meisjes stoppen er na hun juniorentijd mee. Als je middenmoot bent bij de junioren, is de stap naar de profs veel te groot. Ook voor mij was het fysiek en mentaal erg zwaar. Dankzij mijn nieuwe trainer ben ik erdoor gekomen. Hij haalde mij uit mijn mentale dip."

Moeizaam communiceren

Op haar achttiende tekent het zusje van Garmin-prof Dylan van Baarle een contract bij Faren Let’s Go Finland. Een Italiaans team waar slecht Engels wordt gesproken. "Ik reed vorig jaar een wedstrijd in Frankrijk. De managers die mee waren spraken geen woord Engels. Een Italiaanse ploeggenoot speelde voor tolk. Het was vaak lastig om me verstaanbaar te maken. Gelukkig kan ik nu gewoon weer Nederlands praten." Maar bij de club waar ze nu rijdt, gaat het er minder professioneel aan toe. "Hier moet ik bijvoorbeeld de kleding zelf betalen, ook krijg ik geen fiets van de ploeg. Daarnaast is de begeleiding ook anders, maar nu traint Jacques Helderop mij. Via hem ben ik verbonden aan RTC Den Haag waar ik gezamenlijke train en word begeleid. Daarnaast rijd ik onder leiding van Johan Lammerts enkele wedstrijden bij de Nederlandse vrouwenselectie."

Zoeken naar plek 

Op jonge leeftijd wordt van Baarle acht keer Nederlands kampioen op de weg, zeven keer bij de jeugd en een keer bij de junioren. ‘Meisjes waren blij als ze van me wonnen. Een keer had ik een halflege band en moest ik zittend sprinten. Ik werd vierde of vijfde. Het meisje dat voor mij over de streep kwam juichte omdat ze mij had verslagen. Dat is nu wel heel anders. Het is zoeken naar een plek in het peloton. Soms passeert Marianne Vos me of Ellen van Dijk, dan ga ik uit respect voor hen aan de kant. Voor een ander zal ik niet zo snel opzij gaan. Bij de junioren gingen meisjes voor mij aan de kant. Bij de elite-vrouwen sta ik weer helemaal onderaan de ladder.’

Publiciteit

Het dameswielrennen is in opkomst, maar nog steeds zijn de verschillen met het mannenpeloton groot. Dameswedstrijden worden bijna niet uitgezonden en veel vrouwen hebben nog een baan naast het fietsen omdat ze anders niet rond kunnen komen.  Van Baarle: ‘Bij de mannen gaat er veel meer geld om in het wielrennen. Dat is voor een groot gedeelte te danken aan de vele publiciteit die ze krijgen. Zo is het voor sponsors aantrekkelijk om in een team te investeren. Bij de vrouwen is dit al een stuk minder, gewoon omdat ze minder aandacht van de media krijgen.’

Baanwielrennen

Naast wielrennen op de weg rijdt van Baarle ook graag op de baan. En dit heeft ze niet van een vreemde: beide ouders werden al eens kampioen op de baan. ‘Ik voel me meer thuis op de baan dan op de weg. Helaas plaatste ik me dit jaar niet voor de Nederlands Kampioenschappen in Apeldoorn. Ik kwam een paar seconden te kort op de kwalificatietijd voor de achtervolging. Dat is jammer, want het is altijd mooi om daar rond te rijden. Volgend jaar een nieuwe kans.’

Voorbeeld

Als sprintster heeft van Baarle hele andere kwaliteiten dan haar broer: ‘Wat dat betreft is het thuis goed verdeeld. Dylan is meer een tijdrijder en klimmer, ik ben een pure sprinter.’ Als grote voorbeelden heeft ze de Nederlandse rensters Kirsten Wild en Ellen van Dijk. Komend seizoen is ze vooral te zien op de Nederlandse wegen. ‘In een wedstrijd met een klim hoef je mij niet neer te zetten, dat kan ik niet. Als je kijkt naar Kirsten Wild, zij rijdt ook pas sinds twee jaar goed de heuvels over. Dus misschien komt het nog wel. Ik focus me vooral op vlakke wedstrijden. Vooral in Nederland, maar misschien ook wat in Duitsland en België. Dit seizoen probeer ik om top twintig te rijden, misschien ook wel top tien. Ik wil vooral beter uitslagen dan vorig jaar rijden waar ik tevreden mee kan zijn.’

Olympische Spelen 

Haar ambitie is duidelijk: ooit naar de Olympische Spelen. Maar daarnaast heeft de jonge renster nog genoeg andere dromen: ‘Ik hoop ooit voor een groot profteam te rijden. Het Boels-Dolmans Cycling Team van Ellen van Dijk lijkt me erg mooi. Maar ook de Nederlandse teams Rabobank-Liv of Giant-Shimano. Het is moeilijk om van een clubteam over te stappen naar een profteam. Dit jaar moet ik laten zien dat ik het waard ben om bij een profteam te rijden. Aan het einde van het seizoen hoop ik deel uit te maken van een UC- team. Ik ben benieuwd waar het op uitloopt, we zullen zien.’



Eerder...

Interviews Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl