Tekst: Roy Schriemer

Over het eventueel rijden van een grote ronde in 2014 of 2015 heeft hij het nog niet gehad met de ploegleiding, hij weet ook niet definitief in welke WorldTour-wedstrijden hij rijden gaat. En of hij in zijn eigen provincie in actie komt, hij haalt zijn schouders er over op. Hij weet vooralsnog alleen dat hij om te beginnen de Ruta del Sol rijden gaat en enkele Franse koersen. Het maakt Van der Lijke eigenlijk ook maar weinig uit. “Elke koers die ik nu rijden mag, is mooi. Ik heb er ontzettend veel zin in om dit jaar op dit niveau wedstrijden te mogen rijden. Het wordt een leerjaar, waarin ik ook de grenzen van mijn mogelijkheden kan opzoeken. Ik was bij de beloften een renner die redelijk allround was, maar wist me in de kijker te rijden op heuvelachtig terrein en met mijn aanvallende stijl van fietsen.  Daarna had ik ook altijd nog een sprint in huis. Vorig jaar leverde dat ook zeges op. Ik won de Beverbeek Classic, maar vooral mijn rit- en eindzege in de Kreiz Breizh sprongen in het oog. Ik won daar nota bene een tijdrit – over glooiend terrein dat wel – en dat is toch niet bepaald mijn specialiteit.”

Contract bij Belkin

Het leverde hem een contract op bij Belkin. “We hadden voor de zomer een afspraak staan en door die zege in Kreiz Breizh raakten de zaken in een stroomversnelling. Ik was er heel blij mee dat ik toen al zekerheid had over mijn toekomst, zeker toen in het najaar veel goede profs tevergeefs op zoek waren naar een plekje.” Van der Lijke heeft het bij de beloften altijd van een gestage groei moeten hebben. Hij stond niet – zoals Dylan van Baarle – als tweedejaars prof al in de spotlights. “Ik ben heel blij met de basis die ik heb. Elk jaar kon ik opnieuw stappen zetten en bleek ik ook weer een stukje sterker. In 2013 moest het wel gebeuren, omdat je als vierdejaars belofte bij het Rabobank Development Team weet dat je of prof wordt of de ploeg gaat verlaten. Het werd gelukkig het eerste.”

Eerste keus

Team Belkin was volgens Van der Lijke zijn eerste keus.  “Je bent natuurlijk altijd blij als je prof kunt worden, maar als dat één van de twee Nederlandse WorldTour-teams is, ben je helemaal bevoorrecht. Ik denk dat het in de aanpassing ook scheelt in 2014. Prof worden is natuurlijk een hele stap met allemaal nieuwe indrukken. Zit je dan in een ploeg waar je ook in het Nederlands je ei kwijt kunt, dan lijkt me dat prettig. Bovendien ken ik een aantal renners met wie ik bij het Rabobank Development Team gereden heb zoals Wilco Kelderman, Marc Goos en Moreno Hofland. Dan ben je toch wat eerder thuis in zo’n ploeg.”

Aanvallen en Amstel Gold Race

Van der Lijke hoopt de opgaande lijn van de afgelopen jaren ook in het profpeloton door te kunnen trekken. “Ik heb er vertrouwen in dat ik die progressie kan blijven boeken, zit voor mijn gevoel nog lang niet aan mijn plafond. Maar in hoeverre dat in eigen resultaten te zien zal zijn, weet ik natuurlijk niet. Het zal eerst zaak zijn om mij voor mijn ploeg in te zetten en zo mijn steentje bij te dragen aan de successen van anderen. Natuurlijk kan dat ook door jezelf in de kijker te rijden in een kopgroep, want aanvallen zit me nu eenmaal in mijn bloed. En krijg je de kans een resultaat te boeken, dan moet je dat niet laten liggen. De afgelopen jaren hebben renners als Ramon Sinkeldam en Moreno Hofland ook laten zien dat zelfs winnen mogelijk is in je eerste profjaar. Wie weet, als ik een keer in een kopgroep mee zit en niemand kent me…” Als Van der Lijke toch zijn dromen moet koppelen aan zijn mogelijkheden als renner, dan heeft hij één heel groot doel. “Ik zou de Amstel Gold Race ooit willen winnen. Maar ik besef dat ik daar nog wat jaren en veel trainings- en wedstrijduren voor nodig zal hebben om dat ooit – eventueel - te realiseren.”