Tekst: Roy Schriemer; Foto: Sportfoto

Toen de renner van Telenet-Fidea twee jaar geleden bij het NK in Huijbergen debuteerde met een bronzen medaille achter Lars Boom en Thijs van Amerongen, wekte dat verwachtingen. “Dat begrijp ik heel goed. En dan valt het in de ogen voor het publiek misschien ook al snel tegen dat ik vorig jaar niet op het podium stond. Ten eerste had ik toen eigenlijk niet moeten starten omdat ik niet helemaal topfit was. Maar bovendien wordt het niveau in de breedte ook steeds sterker in deze categorie.”

Spanning om brons

Wel denkt de Zuid-Hollander dat er zondag twee renners bovenuit zullen steken. “Lars van der Haar is momenteel veruit de beste crosser van ons land, dat laten de resultaten alleen al zien. En ook Thijs van Amerongen rijdt heel constant bij de besten mee in het veld. Normaal gesproken zijn goud en zilver daarmee voor hen en zal de rest strijden om het brons.”  Wubben vermoedt dat die strijd nog wel eens spannender kan worden. “Buiten mezelf reken ik ook Twan van den Brand, Eddy van IJzendoorn , Thijs Al en vooral Corné van Kessel tot de kanshebbers voor die laatste medaille. Corné steekt er qua prestaties nog net bovenuit, maar als één van de anderen een goede dag heeft, is hij wel te verslaan.  Ik ga er mijn best voor doen om op het podium te staan, daar zou ik heel tevreden mee zijn. Maar nogmaals: in het oordeel over mijn seizoen speelt het geen hoofdrol of ik zondag derde, vierde of vijfde wordt.”

Ziek geweest

Bij zijn nieuwe ploeg Telenet-Fidea (waar hij per 1 januari rijdt) werden veel renners ziek tijdens het trainingskamp, ook Wubben – die bij zijn nieuwe werkgever langs ging - kreeg de afgelopen weken met een fikse verkoudheid te maken.  “Ik zat vanaf de trainingsstage tegen een keelontsteking aan en was daarom ook niet in mijn besten doen de afgelopen weken. Gelukkig ging het zondag in Rome alweer iets beter, hopelijk trek ik die lijn door naar het NK. Het zou jammer zijn als ik door ziekte weer niet het best uit mezelf kan halen op die dag.”

WK Hoogerheide

Twee weken later in Nommay moet die topvorm er in ieder geval zijn, want in de laatste wereldbekerwedstrijd van het seizoen moet Wubben – net als renners als Van den Brand, Al en Van IJzendoorn – nog proberen in extremis een top 8-plek te realiseren. Waarmee kwalificatie voor het WK in Hoogerheide worden afgedwongen. Wubben hoopt er het beste van. “Ik ga er zeker mijn best voor doen, maar weet ook dat het bepaald geen gemakkelijke opdracht wordt. Als het niet lukt, moeten we hopen dat bondscoach Johan Lammerts toch nog enkele renners wil aanwijzen voor die laatste twee startplekken in Hoogerheide. Met een zo kort mogelijke klassering hoop ik in ieder geval af te dwingen dat ik in dat geval ook mee mag.”

Weg bij Rabo

De nummer vijftien van het WK in Koksijde is echter bovenal blij dat hij de kans heeft gekregen veldrijder te blijven nadat hij te horen kreeg dat hij weg moest bij het Rabobank Development Team omdat hij uitgeleerd zou zijn na 2,5 seizoenen. “Ik wist dat al voordat de veldritten begonnen en heb me eigenlijk in het begin nooit zorgen gemaakt over mijn toekomst. Omdat ik overtuigd was van mijn kwaliteiten en omdat ik wist dat er met Vastgoedservice een nieuwe ploeg bij ging komen. Dat geeft altijd ruimte in een ploeg. Uiteindelijk werkte het ook zo, want Rob Peeters en Joeri Adams vertrokken per 1 januari bij Telenet-Fidea en ik mocht één van die plekken opvullen. Na een wat minder begin van het seizoen – ik moet op de één of andere manier altijd wat op gang komen – reed ik gelukkig ook een hele reeks betere uitslagen. En daar heb ik uiteindelijk  dat contract aan te danken.”

Niet uitgeleerd

Wubben is er blij mee, want hij voelt zich nog helemaal niet uitgeleerd.  “Mijn start kan nog een stuk beter – ik ben in veel wedstrijden met een enorme inhaalslag beter geweest – en ook mijn techniek is nog niet optimaal. Met name op een ondergrond waarop je weinig grip hebt, moet ik als ex-mountainbiker erg wennen aan die dunne bandjes. En dan mag er voor het gevoel van de crossers soms enorm veel profiel op zitten, ik houd het er moeilijk mee. Al glij ik niet meer van links naar rechts over het parcours zoals ik in het begin deed. Wat dat betreft heb ik veel te danken aan ploegleider Richard Groenendaal en ploegleider/trainer Nico van Hest van het Rabobank Development Team. Alles wat ik geleerd heb van crossen, heb ik aan hen te danken. Nu is het aan mij om bij mijn nieuwe ploeg de volgende stap te zetten en in de komende twee jaren uit te groeien tot een renner die regelmatig in de top 10 kan rijden.”

Foto: © Sportfoto