Dan Rolandus

‘’Ik ben import, maar ik woon wel in Zuidland’’, voelt de Heukelumer zich thuis in het dorp op Voorne-Putten. ’’Het is met drie Zuidlanders in de Giro wel uniek. In Monaco wonen er ook een aantal bij elkaar, maar dat heeft een andere reden. In een dorp is dat niet te verklaren. Zuidland is een echt wielerdorp.’’

Vertrouwen in sprinttrein

Fabio Jakobsen heeft na Turkije slechts één dag thuis bij zijn vrouw Delore mogen zijn, want woensdag wachtte alweer het vliegtuig voor de reis naar Turijn. ‘’Af en toe pak ik mijn koffer thuis niet eens uit. Dat is het leven van een prof.’’ Jakobsen is met zijn ploeg DSM-Firmenich PostNL met liefst vijf ritzeges en de eindoverwinning voor Frank van de Broek het afgelopen weekend met een prima gevoel uit de Ronde van Turkije gekomen. Nadat Fabio Jakobsen in de eerste etappe van en naar Antalya de zegenreeks had geopend, volgde de Deen Tobias Lund Andresen met drie overwinningen en maakte Frank van den Broek in zijn profdebuut in de WorldTour-equipe met een overwinning en de eindzege het feest compleet. ‘’Als de trein eenmaal gaat draaien, is deze niet meer te stoppen’’, gaf Fabio Jakobsen hiermee aan dat de sprinttrein van DSM vorm begint te krijgen. ‘’Als de sprinter meteen een etappe kan winnen, zoals bij mijn oude ploeg (Soudal-QuickStep, DR) al vaker de strekking was, haalt hij meteen de druk van de ketel. Dan is er met een overwinning op zak geen stressmeer en dan kan de iedereen gewoon zijn ding doen. Ik denk dat wij in Turkije met de sprintploeg als een huis stonden en rustig zijn gebleven. Zo zie je dat Frank van den Broek ook een koers kan winnen. Hij vertelde mij het sprintgevoel te hebben. Als wij misschien geen drie koersen hadden gewonnen, had Frank denk ik nog wel een aanval gedaan. Durven te verliezen door op de sprint te gokken. We waren in Turkije met de groep van de Giro. We hebben met z’n vieren (verder met Tobias Lund Andresen, Julius van den Berg en Bram Welten, DR) tijdens de koers veel geleerd. Zij moesten wennen aan mij en ik aan hen. We maken nog wat fouten, maar we zetten wel stappen.’’

Het gevoel ‘winnen’

Fabio Jakobsen (27) heeft na Brugge-De Panne een maand koersrust gehouden, is onder behaaglijke weersomstandigheden gaan trainen in Spanje. ‘’Ik heb in die periode hard getraind, ben ruim twee weken met Delore naar Calpe geweest en in Nederland hebben we nog met de sprintploeg getraind. Dat hebben we vervolgens in Turkije doorgezet. Ik zat in het voorjaar tijdens de sprints in de middenmoot. Het was niet goed genoeg. Als je in de UAE-Tour wilt winnen moet je gewoon top zijn. Daar zat ik tegenaan te hikken. Natuurlijk moesten we aan elkaar wennen. Je zit in een nieuwe omgeving met andere jongens, andere coaches en ander materiaal. Ik denk niet dat we een onvoldoende hebben gekregen op ons rapport. Maar zou je geen stappen vooruit maken, dan zouden we niet hebben geleerd van onze fouten. Ik ben voor mezelf ontevreden als ik kijk naar de uitslagen, maar van de fouten hebben we wel geleerd. Dat de sprinttrein is gaan lopen is niet over één nacht ijs gegaan. De Ronde van Turkije is natuurlijk geen UAE op WorldTour niveau, maar dit succes helpt wel, hebben we met z’n allen een stapje gezet door wedstrijden te winnen.’’

Giro-debuut

De Europees kampioen 2022 staat zaterdag voor het eerst in zijn carrière aan het vertrek in de Giro d ‘Italia. Naast Fabio Jakobsen zijn dat Bram Welten, Julius van den Berg en Tobias Lund Anderesen zijn dat ook de Franse kopman Romain Bardet, Gijs Leemreize, de Australiër Chris Hamilton en de Amerikaan Kevin Vermaerke. ‘’We gaan de Giro in om een rit te winnen’’, sluit Fabio Jakobsen af. ‘’Daar gaan we met z’n allen voor. De klassementsmannen doen hun werk tot in de pré-finale en de sprintploeg ondersteunt dan weer de mannen waar mogelijk in de klimwedstrijden.’’ Fabio Jakobsen beseft dat de concurrentie in de circa acht sprintetappes met mannen als onder andere Tim Merlier, Olav Kooij, Jonathan Milan, Max Kanter, Danny van Poppel, Stefano Oldani, Phil Bauhaus en Davide Cimolai groot is. ‘’Het zit aan de top allemaal zo dicht bij elkaar. Wij gaan de strijd aan vanuit onze eigen krachten. We hoeven niet naar anderen te kijken. Ik denk dat we de finale met onze jongens zeker kunnen kleuren. Wat mezelf betreft zou ik zo fris mogelijk aan de meet willen aankomen en dan op 200 meter de sprint beginnen en met liefst enkele fietslengtes met de armen in de lucht over de streep komen.’’

Foto: © Sportfoto