Tekst: Roy Schriemer

De Zuid-Hollander gaat komend seizoen al zijn elfde profjaar in, maar aan gretigheid ontbreekt het hem niet. ‘’Wat dat betreft zijn wielrenners allemaal hetzelfde. Je kijkt zo uit naar dat einde van het jaar, maar na twee weken rust kun je niet wachten om die fiets weer op te stappen. Ik ben zojuist weer begonnen aan de voorbereidingen voor 2024 en heb er ook best wel weer zin in, ja.’’ Bij de lunch bekeek de nationaal kampioen de route van de laatste rit in de Tour de France die in ‘zijn’ Monaco start en in Nice finisht. ‘’Ik woon hier nu vijf jaar en heb het hier prima naar mijn zin. Best bijzonder dat de Tour hier dan door zulk vertrouwd gebied trekt. Ik hoop erbij te zijn uiteraard.’’

Combinatie voorjaar en Tour

Van Baarle is namelijk geen grote wijzigingen in zijn programma van plan in vergelijking met vorige jaren. ‘’Die combinatie van in het voorjaar meer voor eigen kans kunnen fietsen en daarna me voor het team in te spannen in de Tour en mogelijk ook weer de Vuelta, bevalt goed. Dat spel heb ik nog niet uitgespeeld, zal ik maar zeggen. We hebben een sterk blok in het voorjaar, met Wout van Aert als kopman, omdat hij in staat is het op te nemen tegen Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar in finales. Maar er zullen ook kansen zijn voor Christophe Laporte, Tiesj Benoot en mij. Voor mij is het zaak om honderd procent fit te zijn en zo mijn rol te kunnen spelen in de finales van de grote voorjaarsklassiekers. Ik zou na mijn winst in Parijs-Roubaix en een tweede plek in de Ronde van Vlaanderen graag nog eens één van deze wedstrijden winnen. Maar weet ook dat dan alles goed moet vallen. Ik kan zelf alleen maar zorgen dat ik in orde ben, zeker na een voorjaar in 2023 waarin ziekte, valpartijen en blessures me toch van mijn normale niveau hielden.’’ 

Van Baarle werd nog wel Nederlands kampioen in Sittard- Geleen. ‘’Dat was een mooie wedstrijd van ons team. We wisten dat we alleen samen konden winnen die dag, dat lukte en ik kon het afmaken. Die trui droeg ik daarna vooral in functie van de kopmannen, maar de afloop van Tour en Vuelta gaf natuurlijk heel veel voldoening. Ik had de Tourwinst van Bernal al meegemaakt, maar nu wonnen we bij Jumbo-Visma met Jonas Vingegaard de Tour en daarna met Sepp Kuss de Vuelta. Dat ik daarbij betrokken was, en dus ook bij het winnen van drie rondes op rij – was wel heel mooi.’’

BESTEL DE WIELERSCHEURKALENDER 

Vizier op de Spelen

De teamplayer pur sang heeft in zijn programma weinig ruimte voor andere doelen. Waar hij het mooi zou vinden als het NK tijdrijden extra in zijn programma ingepast kan worden, is er één wedstrijd waar hij bovenal naar uitkijkt als extra doel in 2024. ‘’Ik zou graag de Olympische Spelen rijden in 2024. Ik denk dat het parcours van de wegwedstrijd me moet liggen. Waar Tokyo nog net even iets meer voor de klimmers was, is het traject van Parijs 2024 gemaakt voor klassiekercoureurs en dus ook voor mij. Bovendien kom ik in een wedstrijd met relatief weinig deelnemers - en dus minder controle - denk ik ook goed tot mijn recht. Ik zal me moeten bewijzen natuurlijk en uiteindelijk is het bondscoach Koos Moerenhout die erover beslist, maar ik heb er wel oren naar. Natuurlijk wordt het puzzelen tussen voorjaar en Tour (en Vuelta), maar dat lukte vorig jaar op het WK in Glasgow ook en daar voelde ik me heel sterk die dag.’’  Van Baarle was er twaalfde en zag landgenoot Mathieu van der Pel winnen. Overigens rijdt Van Baarle het NK Tijdrijden niet met olympische ambities – als hij er al rijdt. ‘’Ik denk dat het uitdaging genoeg wordt om alle doelen te combineren, daar kan denk ik geen tijdrit meer bij op de Spelen.’

Foto's: © Sportfoto