Aad van den Hoek en het succes met TI-Raleigh
Donderdag 26 januari 2023
Interviews - Aad van den Hoek uit Dirksland maakte vanaf 1974 tot en met 1982 negen jaar deel uit van de legendarische wielertopformatie van TI-Raleigh. Onder leiding van teammanager Peter Post en met renners als de wereldkampioenen Hennie Kuiper (1975), Gerrie Knetemann (1978) en Jan Raas (1979), Didi Thurau, Gerben Karstens, René Pijnen, Johan van der Velde en Joop Zoetemelk (winnaar Tour de France 1980 en wereldkampioen 1985).Tekst: Dan Rolandus
Aad van den Hoek begon zijn wielercarrière op 16-jarige leeftijd bij PRC Delta in Spijkenisse. ‘’Ik heb als kind wel gevoetbald, maar dat was niet mijn sport. Ik was geen goede voetballer. Toen ik 16 jaar werd kon ik kiezen tussen een racefiets of een brommer. Toen heb ik voor een racefiets gekozen. Die zou ik in principe krijgen van mijn vader, anders had ik er zelf voor moeten sparen. Maar tot slot van het liedje moest ik een deel toch zelf betalen. Ik heb met het verdiende klusgeld de rest van het bedrag erbij gelegd en heb voor het wielrennen gekozen. Mijn vader (Aren, DR) was ook al gek van het wielrennen, heeft zelf in zijn jonge jaren een racefiets gehad. In die tijd heeft hij gefietst met Theo Middelkamp (won in de Tour de France 1936 in de rit van Aix-les-Bains over de Col du Galibier naar Grenoble als eerste Nederlander een Touretappe en werd op het WK 1947 in het Franse Reims de eerste wereldkampioen van Nederland, DR). Mijn vader is altijd enthousiast geweest over het wielrennen. Leen Poortvliet (Dirksland, DR) en Piet Legierse (Achthuizen, DR) kwamen bij ons over de vloer. Dat waren renners uit de buurt, die op het eiland Goeree-Overflakkee heel bekend waren. Zodoende werd ik toch besmet met de wielerbacil. Toen ging ik op m’n gewone fiets met een racestuur met jongens uit de buurt een beetje wielrennen. Ik was 16 jaar en kon op mijn nieuwe racefiets goed meekomen. Ik begon wat uitslagen te rijden bij de aspiranten, daarna werd ik nieuweling. Als tweedejaars begon ik wedstrijden te winnen, en zo van lieverlee werd ik amateur. Ik werkte in het begin van mijn amateurperiode halve dagen in een bouwbedrijf en later bij een fietsenmaker. Ik was in de laatste jaren fulltime-amateur. Tijdens de winter hielp ik wel eens bij een witgoedbedrijf met het plaatsen van wasmachines en zoiets dergelijks. Ik heb tussendoor nog in militaire dienst gezeten.’’ De toen 18-jarige Aad van den Hoek werd in 1969 opgenomen in de befaamde amateurequipe van Ketting Didam, de ploeg van koperverkoper Ton Ketting, die met klasbakken als Hennie Kuiper, Frits Schür, Herman Snoeijink, Jan Aling, Herman Strijbosch, Klaas Balk, Roy Schuiten, Cees van Espen en Piet van Katwijk in zowel de nationale- als de Europese wedstrijden van de ene naar de andere overwinning reed (foto 3).
Zo won Van den Hoek op het WK 1971 in het Zwitserse Mendrisio met zijn teamgenoten Fedor den Hertog, Adri Duyker en Frits Schür zilver op de 100 kilometer ploegentijdrit achter België. De Dirkslander won in 1972 de Ronde van Gelderland, de Ronde van Midden-Nederland en won een etappe in de Duitse rittenkoers Rundum Düren en de Ronde van Oostenrijk. De prestaties van de Ketting-brigade bleven ook in 1973 en 1974 de aandacht op zich vestigen. Zo ook onder meer een derde plaats in de Trophee de l ‘Avenir, de tweede plaats met een etappezege in het eindklassement van Olympia ’s Tour achter winnaar Fedor den Hertog, de Puntentrui in OT, een etappe in de Britse etappekoers Milk Race, werd met een etappeoverwinning van Zoetermeer naar Arcen en opnieuw de Puntentrui derde in het eindklassement van Olympia ’s Tour achter eindwinnaar Roy Schuiten en Ad Dekkers en als klap op de vuurpijl won hij het eindklassement in 1974 in de hoog aangeschreven Duitse etappe koers Rijnland-Pfaltz (zie alle overwinningen van Aad van den Hoek op Wikipedia, DR). ‘’Dan groei je door als een goede amateur. Als laatstejaars amateur won ik heel veel en bijna allemaal grote wedstrijden.’’
TI-Raleigh
De uitslagenlijst van Team Ketting-Didam alsmede de prachtige erelijst van Aad van den Hoek waren ook Peter Post niet ontgaan. De Keizer van de Zesdaagse rond de jaren 1970 smeedde in 1974 met hoofdsponsor Ti-Raleigh, soigneur Ruud Bakker, mecanicien Jan Legrand en duizendpoot Jules de Wever een team in elkaar dat met zijn ambities als ploegleider/manager moest uitgroeien tot een wereldformatie. Roy Schuiten en Aad van den Hoek kwamen over van Ketting. ‘’Ik ben in die periode door mijn goede uitslagen wel opgevallen. Peter Post kwam naar me toe om een afspraak te maken. We kwamen, ik geloof in Utrecht, bij elkaar. Ton Ketting en ik zaten tegenover Peter Post. Ik was 23 jaar en beroepsrenner.’’ Dus kwam Aad van den Hoek op 30 augustus 1974 een contract overeen met TI-Raleigh (foto 6), dat zou uitgroeien tot een befaamde wereldformatie met verder coureurs als de eigenzinnige Duitser Dietrich (Didi) Thurau, Bert Pronk, Tino Tabak, Roy Schuiten, René Pijnen en Leijn Loevesijn. ‘’Ik had als amateur op 21 augustus 1974 nog het WK in Montreal (foto 5, vierde op de 100 km ploegentijdrit met Adrianus Gevers, Jan Aling en Frits Schür, DR) gereden en toen werd ik ineens beroepsrenner.
Eddy Merckx
Aad van den Hoek begon zijn profcarrière in een aantal kermiskoersen in België. ‘’Daar reden ook mannen als een Eddy Merckx, Roger de Vlaeminck en Walter Godefroot. Dat vond je als beginnend prof wel heel bijzonder, want dat waren renners waar je wel tegenop keek. Maar het ging best wel aardig, kon goed meekomen. Ik debuteerde in de Ster der Beloften, een etappekoers in België. Roy Schuiten won de ‘Ster’ en ik kon daar ook goed mijn werk doen. Ik won de Ster der Beloften in 1975 en ik kon met een vijftiende plaats goed meekomen in Parijs-Tours.’’ De immer bescheiden Aad van den Hoek dacht na de zege in de Ster der Beloften in 1976 even aan een hoofdrol bij Post, maar door de komst van de talentrijke amateur Jan Raas, Gerrie Knetemann (GAN-Mercier) en Gerben Karstens moest de veelbelovende ‘eilander’ uiteindelijk genoegen nemen met een knechtenrol. ‘’Het was met al die renners in de ploeg knokken om een plekje in het team te bemachtigen, vooral in de ploegen voor de grote rondes Tour de France en de Vuelta.’’ Het NK-podium 1976 in Simpelveld bestond geheel uit TI-Raleigh met Jan Raas als kampioen van Nederland, Aad van den Hoek als tweede en Hennie Kuiper op de derde stek.
Debuut Tour de France
TI-Raleigh debuteerde na het NK in 1976 met de eveneens debuterende Aad van den Hoek in de Tour de France met verder Hennie Kuiper, José de Cauwer, Co Hoogendoorn, Gerben Karstens, Gerrie Knetemann, Bert Pronk, Jan Raas, Jan van Katwijk en Piet van Katwijk. De Belg Lucien van Impe (Gitane-Campagnolo) won de Tour met Joop Zoetemelk (Gan-Mercier) als tweede. De Raleighploeg speelde voor het klassement geen rol, maar ging voor etappeoverwinningen. Hennie Kuiper en Gerben Karstens (twee keer) wonnen een etappe. Ook de ploegentijdrit in Louvain over 4,3 kilometer werd gewonnen. Aad van den Hoek eindigde op plaats 87 als laatste in het eindklassement en kreeg de rode lantaarn. ‘’Ik heb voor de laatste plaats gestreden, zeg ik maar. Ik stond op een gegeven moment voorlaatste. Toen dacht ik, je kunt beter laatste worden als voorlaatste. Dat viel nog niet mee. Ik heb zelfs nog een keer gewacht totdat de ‘bus’ voorbij was, want ik zat daarvoor nog in het peloton. Ik ben één kilometer voor de finish gestopt, net gedaan alsof ik pech had, hem (José Luis Uribezubia, DR) voorbij laten komen, nog even gewacht, maar daarbij wel oppassen dat ik niet buiten de tijdslimiet zou binnenkomen. Ik ben een paar minuten later weggereden en als laatste over de finish gekomen. De laatste plaats blijft wel hangen bij de mensen, want de belangstelling scheelt toch wel aanmerkelijk in vergelijk tot de voorlaatste plaats. Het heeft in diverse kranten, geschreven boeken van onder andere Peter Ouwerkerk gestaan. De mensen komen daar nog steeds op terug, ben er zelfs voor bij Marts Smeets geweest in een tv-programma. De laatste plaats blijft zeker hangen, vooral op de manier dat je gestreden hebt om deze plek te verdedigen. Dat heeft bij de mensen toch wel indruk gemaakt.’’
Laatste profwedstrijd
Aad van den Hoek reed zijn laatste profwedstrijd in de Afsluitingswedstrijd Putte-Kapelle. Een kleurloze afsluiting na een fraaie profcarrière en het langste lid bij de topformatie van TI-Raleigh, de Post-trein. ‘’Ik heb mijn laatste seizoen in 1983 gereden bij Beckers Snacks. Ik was 32 jaar en ben eigenlijk gewoon gestopt. De moraal was al gezakt omdat ik wist dat ik zou stoppen. Tegenwoordig is leeftijd geen leeftijd om te stoppen, maar wij reden zo’n 120 tot 150 wedstrijden per jaar. Soms wel eens twee of drie per dag, zoals in de Tour van 1976 waar we bij elkaar tot zo ‘n 280 kilometer kwamen. Tegenwoordig rijden de profs gemiddeld zo’n 70 wedstrijden per jaar, worden de programma’s voor hen in hun specialiteit tot in de perfectie doorgenomen.’’
Meest bijgebleven
‘’De Tour de France is natuurlijk als etappekoers waar je de meeste herinneringen aan hebt beleefd. Voldoening vooral. Maar ook de Olympische Spelen in 1972 (met Hennie Kuiper als Olympisch Kampioen, DR), de WK’s in 1971 met zilver op de ploegentijdrit, de derde plaats op de Olympische Spelen in 1972, de WK ‘s 1976, 1977, 1978 Nürnberg met Gerrie Knetemann, 1979 in Valkenburg met Jan Raas als wereldkampioen en 1981 waren wedstrijden die me zijn bijgebleven. Wedstrijden zoals de Olympische Spelen zijn koersen die niet voor iedereen zijn weggelegd, maar waaraan ik heb deelgenomen. Ik heb naast vier Tour-deelnames ook een keer de Vuelta gereden. Dat zijn ook mooie herinneringen. De Ster der Beloften in 1975 was voor als winnaar ook heel speciaal. Vier dagen achtereen koersen voelde je als 24-jarige beroepsrenner ook wel in de benen zitten, best zwaar. Dat gaf allemaal wel voldoening. Ik won in 1976 de Acht van Chaam. Elk criterium was voor ons een wedstrijd, reden we gemiddeld 40 kilometer per uur. Als amateur moest je aan de bak. Je had natuurlijk wel verschillende ploegen zoals Ketting, maar iedereen reed voor zichzelf. Het waren echte wedstrijden. De Westlandse criteriums zoals de Ronde van Honselersdijk, Wateringen, Monster en ‘s-Gravenzande. De mensen stonden vier rijen dik rondom het parkoers. De successen van toen brachten de mensen naar de koers. Dat hadden we bij de amateurs al, want Hennie Kuiper werd Olympisch kampioen en wereldkampioen en Roy Schuiten werd wereldkampioen. Bovendien wonnen we veel internationale wedstrijden. Al die successen bracht een horde mensen naar de koers. Bij de amateurs stonden er zelfs 20.000 toeschouwers langs de kant. Dat succes hebben we eigenlijk meegenomen naar de beroepsrenners.’’
Speciale herinnering
De Dirkslander heeft zowel bij de amateurs als de prof een mooie tijd beleefd. Van den Hoek verhaalt enthousiast over de criteriums. ‘’Elke wedstrijd heeft wel zijn verhaal, maar de overwinning in de Acht van Chaam voor duizenden mensen langs het parkoers zal ik niet snel vergeten. Winnen in je eigen dorp was ook een belevenis. Ik heb twee keer de Ronde van Dirksland gewonnen. Dat gaf met al die aanmoedigingen toch wel iets speciaals. En winnen in de eigen regio valt niet mee, want de concurrentie weet dat je uit Dirksland komt, dus werd je toch wel in de gaten gehouden. Als je dan toch kan winnen, houd je daar een goed gevoel aan over. De mensen stonden toen ook twee rijen dik rondom het parkoers. Ik heb ook nog foto’s van de Ronde van Middelharnis waar ik als nieuweling heb gewonnen. Heel de dijk stond vol met mensen. Vooraf aan de amateurs stonden er toen al vijftienduizend langs het parkoers. Dat was echt onvoorstelbaar. Heel het ‘eiland’ van Goeree-Overflakkee ging naar de koers kijken, ook omdat er veel regionale renners aan het vertrek stonden. Het was gewoon spektakel. In mijn periode als nieuweling, amateur en beroepsrenner heb ik altijd voor heel veel publiek mogen rijden. Raleigh was natuurlijk bekend door de tv-uitzendingen. We hadden elke dag een criterium in Brabant, Zeeland, Limburg, door het hele land en vooral ook in België. Stonden er duizenden mensen langs de kant. Ik word nog altijd uitgenodigd voor de Acht van Chaam. Dan staan er misschien vijfduizend mensen langs de kant. Als je de renners nu ook ziet rijden, is het geen wonder dat er een aantal profcriteriums sneuvelen. Het is nu niet om aan te zien. Wij moesten nog rijden voor ons geld, en geloof me er werd ook hard gereden. Wij hadden de criteriums als extraatje hard nodig. De profrenners van tegenwoordig verdienen zoveel geld en hebben de criteriums ondanks een vet startgeld niet meer nodig. Dat zie je ook terug in de gemakzuchtige manier van rijden. Ik weet niet waar het naar toe gaat, alleen de Tour en de grote wedstrijden lijken nog interessant. Verder is het allemaal niet meer zo relevant, zelfs de kleinere klassiekers niet. Je ziet het al bij de amateurs. Zuid-Holland (Ronde van Zuid-Holland, Glazen Stad, Omloop van de Hoeksche Waard en de Omloop van Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee, DR) heeft geen enkele klassieker meer. Alleen de Arno Wallaard Memorial nog. Als amateur zijn klassiekers niet meer belangrijk om je in de kijker te rijden. Tegenwoordig worden de nieuwelingen door de grote teams al weggeplukt via de wattages op Strava en dan worden zij vervolgens al ingedeeld in een opleidingsploeg. De wedstrijd op zich is niet meer zo belangrijk om beroepsrenner te worden. Het is een heel andere generatie met een heel andere aanpak.’’
Het leven van een prof
Peter Post was de man bij de TI-Raleigh ploeg, die als manager/ploegleider de discipline hoog in het vaandel had staan. ‘’Wij hadden best een goede begeleiding. In vergelijking met de huidige generatie vraag je je wel eens af, wat wij in onze tijd hebben aan getobd. We hadden met Peter Post natuurlijk wel een sterke ploegleider, dus moest je wel oppassen met wat je deed. Het moest allemaal volgens zijn idee zijn. Achteraf zeg je nu dat het helemaal niet goed was, want we aten biefstuk vooraf aan de koers en we mochten tijdens de koers niet te veel drinken. Dat is nu het tegenovergestelde. Het voedselpatroon is in vergelijking met mijn tijd 360 graden omgedraaid. Je moet koelen en de bidons met water zijn niet aan te slepen. Dat was niet in mijn tijd. We mochten niet te veel brood, mochten dit niet en dat niet. Tegenwoordig is het voedselpatroon helemaal uitgebalanceerd. Moet ook wel als je wilt meedoen aan de top. Als je dan achteraf kijkt hebben wij in onze tijd wel een beetje aangemodderd. Maar ja, je staat met de resultaten van de Raleigh-ploeg volop in de belangstelling. Kwam je als renner bij de criteriums, dan voelde en proefde je dat je met de Raleigh-ploeg veel hebt gepresteerd. We hebben in alle grote rondes met Raleigh veel gewonnen. We hadden wereldkampioenen met Jan Raas en Gerrie Knetemann, wonnen vele klassiekers. We waren altijd succesvol als ploeg. We wonnen ook alle ploegentijdritten. Dan sta je met de ploeg wel aan de top van de belangstelling. Het was een heel mooie tijd waarvan ik zeker heb genoten.’’
Gerrie Knetemann
Aad van den Hoek ziet op bepaalde gelegenheden zijn oude wielerbekenden nog wel eens terug. ‘’ ’Ik ben onlangs naar het Wielergala naar aanleiding van de verkiezing van de Renner van het Jaar 2022 in Den Bosch geweest. Dan zie je natuurlijk altijd wel ouwe makkers, zoals Frits Schür, Hennie Kuiper en andere Ketting -en Raleighrenners. Ik ben vanaf 1974 tot en met 1983 beroepsrenner geweest, dus is dat best lang geleden. Maar toch heb ik met diverse oud-renners nog contact. Wanneer we met de bijeenkomen, dan zie je die mannen (onder anderen Jan Janssen, Cees Bal, Peer Maas, Bart van Est, Jacques Hanegraaf, Hennie Kuiper en Piet van Katwijk, DR) regelmatig opduiken. Als je mekaar dan ziet is het weer ‘oude jongens krentenbrood’. Het zijn wielervrienden. Het is niet zo dat je met elkaar op vakantie gaat. Maar het is altijd goed, we hebben toch een band met elkaar. We hebben in die jaren ook een heleboel met elkaar meegemaakt. Zoals met Hennie Kuiper, die ik eerst bij Ketting en later bij Raleigh bijna mijn hele leven al ken. Ik had ook een speciale band met Gerrie Knetemann. Het is heel triest hoe het met Gerrie is afgelopen. Ik heb daar heel veel verdriet van gehad en dat speelt nog altijd wel een rol. Ik ben nog steeds goed met Greet en Roxane, heb er nog altijd contact mee, zien mekaar een paar keer per jaar.’’
Peter Post
Peter Post formeerde in 1974 zijn TI-Raleigh equipe met 26 coureurs, van wie 14 Britten, de Duitser Didi Thurau (oogappel van Post) en dertien Nederlanders onder wie Leijn Loevesijn, René Pijnen, Roy Schuiten, Bert Pronk, Tino Tabak en Aad van den Hoek, die er op 30 augustus 1974 bij kwam. Post smeedde een team dat in de loop der jaren alleen maar opging voor de winst. ‘’Peter Post was een beetje dominante man natuurlijk. Hij had als prof ook wat gepresteerd (won onder meer als wegrenner Parijs-Roubaix, werd kampioen van Nederland 1963 en met 65 overwinningen de Keizer van de Zesdaagse, DR), dus hij wist wel hoe de wielersport in elkaar stak. Hij was daar ook wel hard in. Maar wel als zodanig dat wij het als ploeg toch met elkaar eens waren, een eenheid waren. We vormden een soort front tegen Peter Post. We zochten elkaar op, reden niet voor hem, maar om voor elkaar te willen winnen. Post was nooit tevreden. Als er gewonnen was, zei hij morgen weer verder, is er weer een dag. Kennelijk om de motivatie erin te houden. We wonnen in 1977 negen wedstrijden in de Tour en Didi Thurau reed vijftien dagen in de gele trui. Hennie Kuiper eindigde als tweede in het eindklassement achter Bernard Theuvenet. Het was mooi om daar een aandeel in gehad te mogen hebben.’’ De Tour-ploeg van TI-Raleigh kwam in 1977 kwam uit met Hennie Kuiper, José de Cauwer, Gerben Karstens, Piet van Katwijk, Bert Pronk, Dietrich Thurau, Gerrie Knetemann, Henk Lubberding, de Britt Bil Nickson en Aad van den Hoek.
Teleurstelling
Aad van den Hoek maakte in 1978 eveneens deel uit van de Tour-ploeg van TI-Raleigh met verder Hennie Kuiper, José de Cauwer, Gerben Karstens, Gerrie Knetemann, Henk Lubberding, Jan Raas, Klaus-Peter Thaler, Paul Wellens en Wilfried Wesemael. ‘’We wonnen met de ploegentijdrit erbij tien ritten.’’ De Zuid-Hollander was er in 1979 (teamfoto 1979) en 1980 niet bij. En juist in 1980 won Joop Zoetemelk de Tour. ‘’Er waren nog twee plaatsen te vergeven in de Tour-ploeg. Het ging tussen Bert Pronk en mij. We hadden de koffers al gepakt en meegenomen naar het NK. Daar zou de beslissing vallen wie mee mocht naar de Tour. Ik verkeerde in een uitstekende vorm, maar tijdens het NK was Bert bergop de betere, dus koos Post voor Bert. Ik baalde, zeker toen Bert in de ploegentijdrit op de tweede dag (Wiesbaden-Frankfurt, DR) buiten de tijd binnen kwam. Post had mij in de ploegentijdrit goed kunnen gebruiken. Het bleek een misrekening van hem om mij naar huis te sturen. oen Didi Thurau in 1977 zo lang in het geel reed was ik er wel bij.’’’ Peter Post deed in 1981 weer een beroep op Aad van den Hoek. De Tour-ploeg van TI-Raleigh-Creda trad verder aan met Tour-winnaar Joop Zoetemelk, de Zwitser Urs Freuler, Frank Hoste, Gerrie Knetemann, Henk Lubberding, Ludo Peeters, Cees Priem, Johan van der Velde en Ad Wijnands. De Posttrein won beide ploegentijdritten en nog eens vijf etappes. Zoetemelk eindigde in de Tour op plaats vier naast het podium. Bernard Hinault won de TdF 1981. ‘’We waren als team een eenheid, totdat de ploeg een keer uit elkaar klapte. Jan Raas en bijna iedereen vertrok bij Post. Peter Post had met andere renners weer een andere ploeg (Panasonic, DR) opgebouwd, maar het werd nooit meer zoals het was met de Raleigh-ploeg. Ik was met mijn negen seizoenen de langst diende van de ploeg.’’ T
Hardrijder
Aad van den Hoek was vooral in zijn amateurtijd een winner. Hoewel hij de ‘resultatenlijn’ bij de beroepsrenners dacht door te trekken, moest hij zich uiteindelijk schikken in een knechtenrol. En deed dat met alle vedetten in de ploeg-Raleigh met verve. ‘’Ik was geen klimmer, was er te zwaar voor om de bergen op te rijden, maar in mijn tempo kwam ik wel boven. Mij specialisme was natuurlijk wel waaierrijden, de kopmannen uit de wind houden, hen naar voren rijden in de knechtenrol. Bij ons in de ploeg hadden wij een aantal renners, die zorgden dat in het eerste deel van de koers nooit een ontsnapping was zonder dat er een renner van TI-Raleigh bij was. Wij hielden het peloton bij elkaar en zorgden dat er altijd iemand mee was. Wij lieten het nooit op vijf minuten aankomen om het gat dicht te rijden. Dat zou zonde zijn van de energie. Zorgen dat er eentje mee was zodat we in het peloton in de verdediging konden rijden. Raleigh was altijd in de aanval of er zat altijd wel iemand mee, we gingen voor de winst. Kon onze man mee in de ontsnapping de etappe niet winnen, dan hield hij zijn benen stil en was er wel iemand anders mee in de volgende vlucht. Wij zorgden altijd dat er iemand van de ploeg bij was, met het vermogen het af te maken, het zij in de sprint of bergop. Of we hielden het peloton bij elkaar zodat Jan Raas het in de sprint kon afmaken. Dat was onze tactiek, altijd in de ‘winpositie’ rijden.Raleigh was echt mijn beroepsperiode. Alle topuitslagen hebben we samen als team behaald.’’
Bedrijfsleven
Aad van den Hoek is na zijn wielercarrière niet in een zwart gat gevallen, maar heeft zich vervolgens maatschappelijk ontwikkeld. ‘’Toen ik ben gestopt met de wielersport ben ik vertegenwoordiger geworden in sportschoenen en sportkleding. Daarna ben ik zoekende geweest, was ik een aantal jaren werkzaam in de groothandel in sportartikelen zoals wielerkleding bij Piet Rentmeester een groothandel in fietsonderdelen. Ik ben vandaar een paar jaar zelfstandig geworden totdat ik op mijn 40-ste in de beveiliging terecht kwam in de elektronische beveiliging bij ADT. Ik heb toen bij ADT in Rotterdam en later in Capelle aan den IJssel camera’s voor inbraaksystemen verkocht. Nu een Amerikaans bedrijf Tool Control Systems, nu één van de grootste beveiligingsondernemingen van de wereld. En daar heb ik dertien jaar gezeten, heb me daar ontwikkeld. De ontwikkeling meegemaakt van analoge- naar digitale systemen. Ik ben daarna werkzaam geweest bij Securitas als Business Developer. Het bedrijf zat door het hele land, maar ik zat in de Botlek en heb daar tot mijn pensioen gezeten. Het was dichtbij huis, een prima gebied. De ontwikkeling van bewaken is de laatste jaren van mensen omgezet naar techniek met camera’s, intelligente camera’s, die door mensen worden uitgelezen om daar weer op te reageren. Die transitie was mijn taak om dat in kaart te brengen. Maar weet je wat het is, als je wielrenner wilt worden, moet je volledig voor het fietsen gaan. Op school werkt iedereen zich met extra cursussen tot zijn veertigste op om een goede positie in de maatschappij te krijgen. Ik moest op mijn 32-ste opnieuw beginnen. Dan moet je je weg zoeken wat te gaan doen. Door je relaties kom je dan aan werk en van lieverlee werk je je op zonder dat je een opleiding hebt gehad. Door allerlei cursussen en bijscholingen heb ik me daarin opgewerkt, maar daar zijn best wat jaren overheen gegaan. De meeste leerlingen, die van school afgaan, gaan dan een richting kiezen. Maar toen ik gestopt ben met wielrennen, moest je gaan kiezen, terwijl er niet zoveel te kiezen was. Ik had het als wielrenner niet slecht, heb goed geld verdiend, maar in vergelijking met tegenwoordig niet zoveel dat ik van mijn verdiensten een aantal jaren achterover kon gaan leunen. Ik moest na mijn carrière gelijk gaan werken. In België word je bij sommige ploegen betaald door de supporters, niet door de sponsor. De eerste jaren had ik een laag contract, maar toen woonde ik nog thuis bij mijn ouders, kon er dus goed van leven en sparen. Maar van lieverlee ging dat beter, kreeg een volwaardig contract en je verdiende wat in de wedstrijden. De Tour de France, Ronde van Zwitserland of andere grote koersen, brachten wat extra geld in het laadje. Dus ik had voor toentertijd wel een goed inkomen. Maar in vergelijking met tegenwoordig was dat maar een habbekrats’’, aldus de loopbaan van Aad van den Hoek na zijn wielercarrière.
Huidige wielrennen
Het wielrennen heeft sinds de periode in een aantal generaties een metamorfose ondergaan. ‘’Tijdens het Wielercafé bij onze wielervereniging Cycling Team Flakkee in Melissant werden Adrie van der Poel en José de Cauwer geïnterviewd. Ik heb op die avond dingen gehoord waarvan ik in het bestaan daarvan geen weet had. Ik wist wel dat het er was, maar wist niet dat er zo in de praktijk mee werd omgegaan. Dat jonge renners door de grote ploegen gewoon van Strava worden geplukt vanwege de hoge wattages. Nieuwelingen, die door de grote ploegen al gelijk coureur gemaakt worden door hen op te nemen in een opleidingsploeg. Die mannetjes hebben kennelijk geen wedstrijden meer nodig om zich bij een grote ploeg in de kijker te rijden, zoals tegenwoordig een Bartje Hordijk, de kleinzoon van Jeff van der Burg, die ik volg. Zij kijken alleen naar het aantal wattages. Bij de amateurs werd je vroeger gescout in de koers en verder in de gaten gehouden.’’
Tacxclub
Aad van den Hoek (71), met echtgenoot Anette Tieleman de trotse ouders van zoon Rens (39) en dochter Sophia (37) en de grootouders van twee kleinkinderen. ‘’Anette is de dochter van de juwelier. We hadden elkaar allang in het oog, maar pas later wisten we dat we elkaar leuk vonden. Ik werd na Olympia ’s Tour op een keer in een open auto in Dirksland rondgereden. Ik had daar de groene trui gewonnen en werd tweede in het algemene klassement. Ik werd daarvoor geëerd. Toen zag ik haar staan in de winkel, waar we langsreden en, ja toen was de vonk overgeslagen. We hadden elkaar daarna lange tijd niet gezien, maar zijn toch samengekomen. Nu zijn we inmiddels 44 jaar getrouwd.’’ De wielerprof in de periode 1974-1983 en zijn oude wielermaten komen regelmatig bij elkaar voor een toertochtje. ‘’We doen met de Tacxclub wel eens een rondje. We rijden zo’n zeven keer per jaar, komen ’s ochtends bij elkaar, drinken een bakje en dan gaan we fietsen. Na de toertocht drinken we een borrel en dan gaan we ’s avonds met elkaar eten. We hebben aan het eind van het jaar met de Tacxleden nog een feest. Dan komen we bijeen met allemaal oud-beroepsrenners. En dan gaan de verhalen rollen wat we allemaal hebben meegemaakt.’’ De Tacxclub (foto 9) bestaat uit onder andere Jan Janssen, Hennie Kuiper, Huub Zilverberg, Jo de Roo, Peer Maas, Aerts, Joop Atsma, Cees Bal, Jeff van der Burg, Bennie Ceulen, Ludo Delcroix, Wim Dubois, Bart van Est, Frankie de Gendt, Henk de Jong, Piet van Katwijk, Gerard Koel, Jan Krekels, Jack van Meer, Roger Rogiers, Cor Schuring, Theo Smit en Aad van den Hoek.
Foto's: Dan Rolandus, CyclingOnline.nl en eigen archief
Eerder...
- Sjoerd Bax wil weer winnaar zijn
- Megan Arens met klimbenen naar WK in Zürich
- Marjolein van ’t Geloof met ambities naar Arkea
- Mylène de Zoete ziet Tourdroom in vervulling gaan
- Lucinda Brand is ready voor de Tour de France Femmes
- Puck Langenbarg grossiert in nationale titels maar wil meer
- Loes Adegeest haalt vertrouwen uit NK-resultaten
- Lorena Wiebes zou rood-wit-blauw graag weer aantrekken
- Van der Breggen 'geen pelotonvulling zijn'
- Boris Romers doet ervaring op met een doel
- Van Rhee op plek in coachrol bij DSM-Firmenich-Postnl
- De drie hoofddoelen van Vollering komen nog
- Roel van Sintmaartensdijk maakt debuut in ‘Grote Ronde’
- Daan Hoole verwacht veel kopwerk te doen in de Giro
- Fabio Jakobsen met ambities naar de Giro d ‘Italia
- Meijering wil sterke start seizoen voortzetten in Ardennenklassiekers
- Sterke start seizoen smaakt naar meer voor Van Rooijen
- Rick Ottema kijkt uit naar zware editie Ster
- Menno Huising wil vooral veel leren in profwedstrijden
- Van Empel hoeft op de weg (nog) geen veelwinnaar te zijn
- Europees kampioene Mischa Bredewold houdt van zware koersen
- Chantal van den Broek-Blaak maakt comeback in Valencia
- Femke Markus doet wedstrijdhardheid op in Beachrace Scheveningen
- Femke Gerritse wil zich verder ontwikkelen bij SD Worx-Protime
- Lonneke Uneken wil zich bewijzen in 2024