Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

Afscheid van Dumoulin (1): Het prille begin

Vrijdag 11 november 2022

Elite men - Vandaag is de 32e verjaardag van Tom Dumoulin, de enige landgenoot die de Giro d'Italia won en de wereldtitel tijdrijden bij de elite-mannen. CyclingOnline.nl komt ter ere van zijn afscheid met een serie over de coureur. In deel 1 vertelt Paul Lacroix over de eerste schreden van de Limburger op het wielerpad, oftewel het prille begin.

Tekst: Roy Schriemer

Dat Tom Dumoulin bij de profs een winnaar zou worden, was bij de junioren nog niet te zien. De op 11 november 1990 geboren Maastrichtenaar was in die klasse in ieder geval nog niet opgevallen bij Paul Lacroix, die de beloften en elite onder zijn hoede had bij Parkhotel Rooding, een landelijke sponsorploeg met oog voor Limburgs talent. ‘’ We hadden verschillende talentvolle Limburgse jongeren op het oog, maar niet Tom. Het verzoek hem toch op te nemen in onze ploeg, kwam van zijn juniorenploegleider, die zag er iets in.  Maar hij had toen nul uitslagen gereden. Het duurde niet lang voordat we door hadden dat deze renner inderdaad uitzonderlijk veel talent had. Het was ook een aparte jongen, heel anders dan het gros. Hij kon goed bergop rijden en was sterk. Maar hij kwam helemaal niet uit een wielerfamilie. Zijn ouders kwamen hem wel naar de wedstrijd brengen, maar bemoeiden zich nergens mee. Het waren goed opgeleide, intelligente mensen. Zijn vader had een hoge functie in het ziekenhuis van Maastricht. Ze lieten de bemoeienis met de koers aan ons over, daar hadden ze weinig ervaring mee. Ze zeiden ook niet 'Tom is coureur' maar riepen altijd ‘Tom zit op wielrennen’, alsof het ook badminton of volleybal kon zijn geweest. Dit was toevallig wat hij gekozen had. Ik ben ze – bij wat achteraf Toms laatste wedstrijd was in Maastricht – nog een keer tegengekomen. Nette, correcte mensen, maar heel vriendelijk. Dat is het nest waar Tom uitkomt.’’

Lek en IJssel

Dumoulin won al snel een eerste koers bij zijn nieuwe ploeg, de Omloop van Lek en IJssel in Alphen aan de Rijn. ‘’Bepaald geen klimkoers’’ erkent Lacroix. ‘’Maar Tom was sterk en kon alleen rijden, dat heeft hij later ook bewezen. Toen bevestigde hij wel het beeld dat hij wat kon. Hij was leergierig en bulkte van het talent. Maar hij was ook kritisch op wat ik als ploegleider aandroeg. Ik herinner me dat hij altijd aan me vroeg of het wel ‘wetenschappelijk bewezen’ was. Hij moest ook accepteren dat het wielrennen soms zo zijn eigen wetten kent en je wat kunt opsteken van mensen met ervaring. Een voorbeeld: in het begin reed hij altijd naast het peloton en niet erin. Hij was zo sterk dat hij nog altijd kon volgen, maar die onnodig verspilde kracht die kom je in de finale wel te kort. Dat zijn dingen waarmee we hem dan wel konden helpen.’’

Dumoulin werd ontdekt door de nationale coach van de beloften, Aart Vierhouten, won een etappe en het eindklassement in de Portugese beloftenkoers GP Credito Agricola da Costa Azul, was ritwinnaar in de hoog aangeschreven Baby Giro voor renners van -23 jaar en werd geselecteerd voor het wereldkampioenschap in Geelong, waar hij zevende werd op de tijdrit in de beloftencategorie. Het avontuur bij Parkhotel Rooding duurde maar een jaar, maar Lacroix heeft er nog altijd mooie herinneringen aan. ‘’Het gebeurt je toch niet vaak in je loopbaan als ploegleider dat je met zo’n uitzonderlijk talent mag werken. Natuurlijk had ik toen nog niet voorzien dat ik een latere Giro-winnaar en een toekomstig wereldkampioen onder mijn hoede heb gehad, maar dat hij een talent was en profwaardig dat had ik wel in de gaten.’’

Vroeg een leider

Het zou ook snel gaan, daarna want Dumoulin kon bij de profploeg van Cervélo terecht.  Hij was al naar Zwitserland geweest voor een gesprek. Lacroix: ‘’Maar die ploeg stopte en toen kwam hij met Rabobank in gesprek, waar ze hem een jaar bij de beloftenploeg plaatsten. Dat was geen goede match. Tom reed nog wel eens met ons mee naar wedstrijden toe en vertelde hij te balen dat hij vooral moest knechten. Dat was niet waar hij wielrenner voor geworden was. Hij heeft er ook maar een jaar voor gereden. Toen koos hij voor de ploegen van Iwan Spekenbrink. Hij was eigenlijk al vroeg een leider. Toen we aan het begin van 2010 op trainingskamp gingen met de ploeg was hij nieuw, maar hij nam al snel het initiatief en was overtuigd van zijn eigen kunnen, zonder arrogant te zijn overigens. Het is wel gek om te zeggen van zo’n groot coureur, misschien, maar ik vond hem nooit een echte wielrenner. Geen Wout van Aert of Mathieu van der Poel die wielrennen met de paplepel ingegoten kregen en waar de pure passie afstraalt. Tom benaderde het meer zakelijk. Hij vond fietsen leuk en wilde weten hoe hij de top kon halen. Natuurlijk heb ik zijn carrière altijd gevolgd. Toen hij de Giro won, dacht ik dat de Tour zou volgen. Dat had ook gekund, hij was natuurlijk tweede. Dat is niet gebeurd en dat is heel jammer. Er had  veel meer ingezeten. Aan de andere kant vind ik het ook moedig dat hij op een gegeven moment besloten heeft te stoppen. Als je er geen plezier meer aan beleefd, dan moet je je hart volgen. Het is geen jongen voor strakke regels. Achteraf denk ik dat hij perfect gepast had in de Alpecin-ploeg van Mathieu van der Poel, die laat zich ook niets opdringen en krijgt daar de ruimte voor. Het was een fijne jongen, ik heb genoten van die eerste stappen als renner. Hij was geen lastige kerel, ondanks dat hij kritisch kon zijn. Hij was leergierig. Maar was ook vergeetachtig. Wie liet zijn tas staan op de parkeerplaats als weg weg wilden rijden? Dat was Tom. En we moesten ook eens terug met de bus, toen we op Mallorca terug gingen naar het vliegtuig na afloop van het trainingskamp. Hij was zijn ticket kwijt. Dat gebeurde andere jongens nooit, maar hem regelmatig. Het schijnt bij meer talenten voor te komen.’’ 

Foto's: Sportfoto. onderste: P. Lacroix



Eerder...

Elite men Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl