De Noord-Hollander mag terugkijken op een mooie loopbaan op de baan met wereldtitels, goud op de teamsprint in Tokyo en zilver op de keirin in Rio. Op de weg heeft hij alles nog te bewijzen. Maar het uitrijden van Olympia's Tour deed hem alvast goed. ''Het begint erop te lijken'' zegt de renner van BEAT Cycling. ''Maar ik omschrijf de fase waarin ik nu verkeer als 'no man's land'. Ik ben geen sprinter op de baan nu, maar voel me ook nog geen duurrennner. Feitelijk is het zo dat ik op het hoogste niveau zowel op de piste als de weg er af gereden word.''

BESTEL KONINGEN VAN DE WIELERKLASSIEKERS

Vorig jaar reed hij al de Ster van Zwolle uit. Dit jaar startte zijn seizoen met de Challenge Mallorca. ''Daar werd ik echt in het diepe gegooid. Het was al niet het continentale niveau van het najaar daarvoor. Ik reed opeens tussen de WorldTour-ploegen met de beste renners ter wereld op een voor mij niet zo gunstig terrein. Als men het had over vlak, vond ik het al vrij heuvelachtig. En dan waren er ook nog wedstrijden met echte bergen erin. Het was leuk om mee te maken. Maar het was ook een 'reality check' voor mij. Zo van 'je bent er nog lang niet'. Maar ik heb er nog altijd vertrouwen in. Ik moet gewoon veel wedstrijden rijden. Op de baan was het vrij eenvoudig om doelen te stellen, je piekte naar een grote wedstrijd toe. Maar nu vind ik het lastig om concreet een doel te stellen. Wanneer zou ik kunnen winnen? Wat toch een eerste doel is, ik durf het niet te zeggen? Ik moet er klaar voor zijn, maar het moet die wedstrijd ook allemaal goed vallen. In het slechtste geval is deze overstap naar de weg een mooie ervaring geweest, in het beste geval was het diezelfde mooie ervaring maar ga ik ook koersen winnen. Ik ga het maand voor maand bekijken.'' 

Foto: © Sportfoto