Vorig jaar nam zilveren Nils Eekhoff als eenling deel aan de nationale titelstrijd. Nu komt hij met een steviger blok aan de start. “Ik was vorig jaar blij dat ik kon starten, al was het dan alleen. Door hoogtestages richting de Giro en veiligheidsbubbels rond de Tourploeg waren er verder geen renners van onze ploeg beschikbaar. Dat zal dit jaar anders zijn. We hebben vijf Nederlanders in de ploeg en starten met vier. We hebben een mooi blok met Cees Bol, Joris Nieuwenhuis, mijzef en Martijn Tusveld. Dan kunnen we echt als collectief de wedstrijd in met de ambitie om te winnen."

Addy Engels (Jumbo-Visma) weet uit zijn ervaring als renner én als ploegleider dat het niet eenvoudig is om als grootste blok én de wedstrijd te beheersen én te winnen, zo zegt hij in de NK-bijlage van het Dagblad van het Noorden. "‘Als je op een parcours zoals dit stuit op een renner die er simpelweg bovenuit steekt, zoals vorig jaar Mathieu deed, dan is het lastig zo’n renner in een selectieve wedstrijd van de winst te houden." Toch gaat men de huid duur verkopen. "We hebben de kwaliteit en de drive en vinden ook dat zo’n trui ons als team – maar ook de renner – prestige geeft. Maar je moet op die dag wel een renner in de gelederen hebben die heel dicht tegen het niveau van iemand als Van der Poel aanzit om echt die titel te kunnen grijpen. Vorig jaar lieten Pascal Eenkhoorn en Timo Roosen zien op dit parcours goed uit de voeten te kunnen, maar ook Mike Teunissen kan hier een troef zijn.” 

Eekhoff weet wel waarom het parcours Van der Poel zo goed ligt. "Hij is als veldrijder niet anders gewend dan om een zware intervalkoers te rijden met korte, steile klimmetjes. Je moet op de VAM-berg een aantal keren op maximale kracht omhoog en de momenten dat je rust kunt pakken zijn kort. Dat is vooral op de afdalingen. Als de finale eenmaal begonnen is – en dat was vroeg vorig jaar – rijd je constant in het rood. Dat kan Mathieu als geen ander.”

Foto: Sportfoto