Tekst: Roy Schriemer

Hij maakt een tevreden balans op over de winter, waarin hij op een stabiel hoog niveau presteert. “Ik voel me het hele seizoen gewoon goed, omdat ik kan laten zien wat ik kan. Zelfs op parcoursen waarin ik het wat moeilijker had, heb ik wel een regelmatige reeks neergezet en constant een goede uitslag gereden: top 5 of net daaronder. Ik ben er zelf tevreden mee. Het zou mooi zijn als ik het seizoen zo kan afsluiten.”

Op het WK verwacht hij volop strijd onder de renners die het gehele seizoen al domineren. “Ik denk dat een zware cross wordt, een halve conditiecross. Ik heb de beelden van het BK in Oostende nog eens gezien. Ze noemen het een zandcross, maar ik denk niet dat het in het zand gaat gebeuren. De steile brug gaat het zwaarste stuk van het parcours zijn, want dan heb je net het zand gehad. De meeste toppers kunnen door het zand rijden. Het gaat om de conditie en ook op het deel waarop je moet rijden daar langs de paardenrenbaan. Ik verwacht  op dit WK geen andere namen. Je kunt wel de cross verliezen in het zand. Dat zand gaat altijd zwaar zijn, maar daar gaat iedereen goed door komen. Het gaat een conditiecross worden, waardoor je bij dezelfde namen uitkomt. In de eerste helft kan het zijn dat er wat veranderingen zijn als iemand extreem goed door het zand rijdt, maar het valt toch in zijn plooi uiteindelijk.’’

Wel of niet lopen

Van der Haar lijkt op een kampioenschap net altijd iets meer te kunnen. Ook nu zet hij hoog in: op het podium. “Ik denk dat als ik realistisch ben en ik hoef het zand niet te veel te lopen, dat dit mogelijk is. Met deze vorm durf ik in te zetten op het overgebleven podiumplekje, dat moet je ook wel willen denk ik. En anders hoop ik daar in ieder geval heel dichtbij te zijn Maar ik moet ook realistisch zijn, moet ik wel te veel lopen daar door het zand, zal ik het sneller in een top 5-plek moeten zoeken.”

Hij vindt het mooi dat hij nog altijd zo hoog in kan zetten. Er komen steeds meer talentvolle jongeren over, maar Van der Haar houdt stand met hoge klasseringen en zo nu en dan een podiumplaats. “Het is een uitdaging. Ik ga volgend jaar alweer mijn tiende seizoen in en dan mag ik zeggen dat ik tien jaar bij de beste vijf van de wereld hoor en soms ook bij de top 3 heb mogen horen. Op mijn parcoursen doe ik mee. Er komt altijd een keer verandering en misschien een moment dat ik echt een stap terug moet doen als er te veel jonge gasten aan de deur kloppen. Maar ik heb daar tot nog toe geen angst voor. Als Mathieu en Wout na het WK weer  naar de weg gaan, liggen er ook weer mooie kansen om voor een overwinning of zoveel mogelijk podiumplaatsen te gaan.”

Coronacrisis

Het was een winter waarin de motivatie niet van het startgeld komt, want dat werd met nul euro aan entreegelden fors verlaagd. “Ik kan het accepteren en begrijpen, vanwege de coronacrisis. Ik hoop dat het straks weer wat omhoog mag. Je kunt daar van alles over zeggen, we verdienen immers nog steeds geld. Maar ga het voor jezelf maar na: alles wat minder is, is jammer .Je kijkt zelf naar je eigen portemonnee. We proberen allemaal geld te verdienen. Nu hebben we allemaal moeten verminderen, dat was hard nodig, dat doen we ook. Als het terug weer optrekt, hoop ik dat ze het bij ons ook weer laten stijgen.”

Wie de crossen van Van der Haar analyseert, ziet hem na een sterke cross altijd iets terugvallen. Vervolgens knokt hij zich terug naar voren. In Overijse zondag deed hij dat zelfs van plek 25 naar plaats zes. Toen kwam er ook pech bij kijken. “Ik heb één slecht moment,  dat is de fase net na de start. In de tweede ronde kom ik op stoom. Heb ik in die eerste fase zo min mogelijk verloren, dan kan ik nog van voren meedoen. Ik heb terug gekeken naar vroeger, ik had het toen ook, maar het viel toen nog niet op. Het viel in de tijd van Sven Nys eerder stil en in tweede ronde nog een keer. Was ik er nog bij, dan reden ze er mij niet meer af. Die momenten zijn er niet meer. Je ziet renners die in het begin boven hun kunnen rijden, die vallen dan terug. Ik ben meer een renner die eerste wat moet toegeven, maar vervolgens het tempo wel lang kan volhouden.” 

Publiek gemist op zware stroken

Hij kijkt altijd uit naar een wereldkampioenschap. “Ik ga normaal gezien op vrijdag vier rondjes op het parcours rijden en de rest van de voorbereiding doe ik op de weg, dan ga ik zondag weer. Ik weet niet of het allemaal veranderd is als gevolg van corona, die eerste verkenning kan ook op zaterdag. Of zelfs op zondag, op het EK hebben we dat ook gedaan en op een normale cross doe je dat ook. Ik denk dat het niet extra opvalt dat er geen publiek is, dat was ook al bij het EK. Je mist daardoor wel een deel van de charme van het in oranje rijden. Maar op de zware stroken daar mis je echt het publiek. Dat zijn van die opzwepende stukken, waar je het publiek gebruikt om tempo te houden, jezelf te motiveren. Maar het is natuurlijk allemaal anders. Ook buiten de wedstrijd. Je zit nu niet met z’n allen gezellig bij elkaar in de lobby van het hotel vooraf. Die situatie haalt voor een deel de lol eraf van een WK. Maar voor Nederland in oranje rijden is altijd leuk, ik kijk er naar uit.”

Foto: © Sportfoto