Tekst en foto: Dan Rolandus

"Ik merk en voel dat ik de stap naar de profs kan maken’’, kijkt Daan Hoole reikhalzend uit naar zijn voorgangers Fabio Jakobsen (Deceuninck-Quick Step), Thymen Arensman (Team DSM), David Dekker (Jumbo-Visma), Ide Schelling (Bora-Hansgrohe), Cees Bol (Team DSM), Julius van den Berg (EF Education-Nippo), Koen Bouwman (Team Jumbo-Visma), Steven Lammertink (Jumbo-Visma), Jordi Meeus (Bora-Hansgrohe), Alberto Dainese (Team DSM), Alexander Evans (Intermarché Wanty Gobert), Kaden Groves (Team BikeExchange), Barnabás Peák (Team BikeExchange), Edoardo Affini (Team Jumbo-Visma), Stephen Williams (Bahrain-Victorious), Gabriel Cullaigh (Movistar) en Jenthe Biermans (Israel Start-Up Nation), die in de voorbije vijf jaar de overstap hebben gemaakt naar het hoogste wielerpodium. "Het was natuurlijk lastig dat er vanwege de coronapandemie zo weinig beloftewedstrijden waren, ik had me graag in de kijker willen rijden. De Giro d ‘Italia voor beloften was een klimkoers en in de Ronde van Tsjechië reden er zes WorldTour teams mee. We hebben met de nationale ploeg in de GP Orlen in Polen goed gepresteerd. Na de winst in de ploegentijdrit ben ik achter Olav Kooij en Mick van Dijke in dezelfde tijd derde geworden in het eindklassement. Het EK in Plouay was voor mij een tegenvaller. Ik ben een paar dagen eerder op het NK ten val gekomen. Ik zat in het wiel van David Dekker en die nam me in zijn val mee. Na het NK op vrijdag zijn we zaterdags en nog een stukje op zondag onderweg geweest naar Plouay. Dus allesbehalve een goede voorbereiding voor de individuele tijdrit op de maandag. De achtste plaats was ook weer niet heel slecht, maar ik ging na mijn zesde plaats in 2019 voor het podium. Dat was best balen. Al met al was 2020 een slecht jaar om me te laten zien. Toch kan ik ook niet zeggen dat 2020 een verloren jaar voor mij is geweest, want ik heb mezelf bij SEG ook in training kunnen door ontwikkelen."

Online

De 21-jarige tijdrijder uit het Zuid-Hollandse Zuidland, die goed uit de voeten kan in de Vlaamse en Waalse klassiekers en die Parijs-Roubaix hoog op zijn lijstje heeft staan, kwam in het afgelopen seizoen tot zo’n twintig wedstrijden. ‘’Ik rijd normaal zo’n tachtig wedstrijden per jaar, dus dat was met twintig wedstrijden gewoon driekwart minder. Ik heb me met de ploeg online vooral beziggehouden met Zwift wedstrijden. We worden door de ploegleiding van SEG goed beziggehouden, ook via de zoom. De zoom is goed om elkaar te leren kennen. Daarnaast heb ik volgens het schema van mijn trainer Maarten van Kooij veel getraind en duurwerk gedaan.’’

Daan Hoole, in 2019 nationaal tijdritkampioen bij de beloften, is volop in voorbereiding op het naderende seizoen. "We gaan vanaf 29 januari tot en met 21 februari op trainingskamp naar Loutraki in Griekenland. Dat is met de lockdown in verschillende landen best onzeker, maar ik heb er goede hoop op. Elk land heeft zijn eigen regels. We hebben een internationale ploeg met onder andere drie Britten in het team. Engeland zit momenteel ook op slot. Het management van SEG is volop in overleg om de groep bij elkaar te krijgen. Ik ben in december nog naar Spanje geweest en heb in Calpe een goede basis neergelegd. Ik heb begin januari mijn verstandkies laten trekken, dus heb ik met de kerstdagen erbij enkele weken rust gehad. Ik hoop dat we in 2021 weer een beetje kunnen toewerken naar het normale leven en aanzienlijk meer kunnen koersen. Daar train je immers voor. Ik heb er veel zin en vertrouwen in. Ik ben weer sterker en een jaar ouder geworden. Als er voldoende wedstrijden zijn hoop ik mijn kansen te krijgen. Ik voel dat ik goed genoeg ben om de stap naar de profs te maken.’’ De continentale wielerformatie van SEG Racing Academy herbergt verder onder andere de Nederlanders Wessel Krul, Jesper Rasch en Maikel Zijlaard. 

Foto: © CyclingOnline.nl