Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

interviewt
Helmantel: ‘Precies op de grens rijden’

Helmantel: ‘Precies op de grens rijden’

Zaterdag 21 september 2013

Interviews - Stille krachten die een belangrijke factor vormen binnen het ploegsucces. Adriaan Helmantel  van Argos-Shimano is zo’n voorbeeld. Je ziet hem nauwelijks en leest bijna nergens zijn naam terug. Morgen fungeert de trainer als ploegleider tijdens de WK-ploegentijdrit. Cyclingonline.nl sprak met hem en blikt vooruit op het zwaarste onderdeel van het wielrennen.

Tekst: Kevin de Vries

“Het geheim van een goede ploegentijdrit is om precies de grens te zoeken van wat er mogelijk is. Trap je boven de grens, dan ga je kapot. Trap je onder de grens, dan ga je te langzaam”, aldus de trainer die dit seizoen voor het eerst actief is bij Argos-Shimano en een belangrijke rol speelde bij de totstandkoming van de Marcel Kittel-trein.

Gevoel en wattages

“Het is de combinatie van gevoel en wattages die je weg kunt trappen. Trap je een gemiddeld wattage van 400, dan heeft het geen zin om de eerste vijf minuten een wattage van 500 te trappen. Anders krijg je een klap die je in een tijdrit niet meer te boven kom. Maar al voel jij je heel sterk, dan kun je wel iets boven je gemiddelde trappen. Al is er altijd het gevaar dat je jezelf in de eerste tien kilometer aan gort rijdt”, vervolgt de bewegingswetenschapper.

Zes sterke renners

“Onze ploeg bestaat uit zes sterke renners. Vier jongens die echt een goede tijdrit rijden en twee met een gemiddelde tijdrit. Ramon Sinkeldam en Reinardt Janse Van Rensburg zijn de twee explosievere jongens. Zij zullen geen lange beurten maken, maar kunnen wel het tempo opschroeven als dat nodig is. Wellicht had een Marcel Kittel ook goed in deze ploeg gepast. Alleen zijn er voor hem op dit moment andere koersen belangrijker.”

Niet de hoogste prioriteit

En daarmee vertelt Helmantel meteen dat de WK-ploegentijdrit niet de allerhoogste prioriteit heeft binnen de ploeg. “In de toekomst kunnen we zeker een rol spelen in dit onderdeel. Maar dit seizoen lagen onze prioriteiten ergens anders. Tijdens de Tour hebben we wel specifiek getraind met deze groep, alleen was Tom Dumoulin daar niet bij. Het is echter ook niet zo dat wanneer je wel veel met elkaar traint, dat je dan opeens veel harder gaat.”

Werken aan details

“Je kunt hoogstens werken aan details. Bovendien doe je in wedstrijden de meeste ervaring op. Wel kun je afspreken hoe je elkaar het beste kunt coachen en wie er bij wie in het wiel zit. De één rijdt bijvoorbeeld strakkere lijnen dan de ander. Gelukkig speelt dat laatste morgen niet zo’n grote rol. Het parcours kent in het begin een klein klimmetje, maar is voor de rest heel vlak."

Draait om kracht

"Als het op en af gaat, weet je dat het technisch is. Morgen draait het vooral om kracht. Hoe lang iemand op kop rijdt, is moeilijk aan te geven. Er zijn wel richtlijnen. Maar het is niet zo dat je van te voren kunt zeggen dat de één twintig seconden op kop rijdt en de ander vijfentwintig seconden.”

Andere belangen

“Dat we in de Tour en Vuelta geen goede ploegentijdrit reden zegt niets. We hadden daar andere belangen, terwijl het morgen een koers is van een dag. Zelf denk ik dat de kwaliteit hebben voor een top-10 plek”, gaat de trainer verder, die zelf sporadisch als ploegleider fungeert.

Even ploegleider

“Normaal maak ik de trainingen en verzorg ik de trainingsschema’s. Nu ben ik voor even ploegleider, omdat we ook actief zijn in andere wedstrijden. En aangezien de wetenschap meer van invloed is op een ploegentijdrit dan op een normale eendagswedstrijd, zit ik hier op de juiste plek.”

Foto (c). Sportfoto/George Deswijzen



Eerder...

Interviews Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl