Mylene de Zoete uit Naaldwijk rijdt vanaf 1 augustus voor NXTG(eneration), het UCI-team voor belofte-vrouwen. "Ik ben twee jaar geleden, na een goed eerste jaar bij Jan van Arckel al benaderd door de mensen van NXTG. Maar toen mijn vader ziek werd besloot ik bij Jan van Arckel te blijven. Ik heb bij de mensen van NXTG altijd een wederzijds vertrouwen gevoeld. Zij hebben mij gezegd dat de deur altijd voor mij open stond.’’ De Westlandse nam het goede gevoel van de ploeg van Kelvin Dekker mee. "Toen ik er klaar voor was, heb ik besloten om met hen contact op te nemen en gezegd dat ik de stap wilde maken. Na een goed gesprek met Natasja (Knaven, DR) en Kelvin Dekker klikte het meteen.’’

Baan

Mylene de Zoete (21), die het seizoen als stagiaire afmaakt en tot en met 2021 een contract heeft getekend bij NXTG, blijft de het baanwielrenen combineren met de weg. "Je weet in deze coronatijd niet hoe het gaat lopen, maar in principe wil ik in beide disciplines actief blijven. Toen het Corona Covid-19 uitbrak, heb ik het rustig aangedaan, wel getraind, maar ik wist niet wat er ging gebeuren, dat was heel onzeker. Het was chaos, niet fijn. Ik heb een rustperiode ingelast. Op het moment dat ik hoorde dat er medio augustus/september weer gekoerst zou worden, kreeg ik de motivatie om harder te gaan trainen. Met de baan in combinatie met de weg ben je eigenlijk het hele jaar wel bezig met wielrennen. Dat viel door de corona weg. Ik heb in juni op de baan in Apeldoorn getraind met U-23, heb goede trainingsdagen gehad. De Zwift-wedstrijden waren niet aan mij besteed, maar heb wel een Tacx geleend om met het slechte weer binnen te trainen. Buiten is wel prettiger, zoals enkele weken geleden tijdens het trainingskamp met de ploeg op Watersley in Sittard. Het klikte meteen in het team. Ik heb met Charlotte Kool (werd afgelopen maandag tweede in de GP Euromat, DR) nog gereden bij Jan van Arckel en Rozemarijn Ammerlaan komt ook uit het Westland.’’ Mylene de Zoete staatook nog aan de start van het NK Tijdrijden (U23). ‘’Ik hoop dit jaar nog enkele wedstrijden te mogen rijden.’’ 

Tekst en foto: Dan Rolandus