De tocht startte in Utrecht en ging als eerste naar Sneek, waar de renners op bezoek gingen bij René Hooghiemster van de kledingsponsor. René, ook renner bij DFVCT, kwam begin dit jaar zwaar ten val, is nog steeds aan het revalideren, maar kon wel alweer 30 kilometer meefietsen.  

Jeroen van Krimpen en Geert van Kappel werden 24 uur lang begeleid met de ploegleidersauto door René Bastiaansen (teammanager) en Martijn van Krimpen (verzorger). Onderweg haakten vele renners van DFVCT en sponsoren aan om een stuk mee te fietsen. Geert van Kappel: “We hadden de hele rit, ook ’s nachts, telkens weer sterke 'knechten', wat met die wind (windkracht 3 tot 4 tegen - red.) wel nodig was...” Jeroen van Krimpen: “Als Geert en ik op ons tweeën waren aangewezen was dit denk ik niet gelukt. Teamwork van DFVCT maakte dit voor ons een onvergetelijke dag.” 

Vanuit Sneek ging de reis naar Amersfoort, Barneveld, Veenendaal, Bennekom, Wageningen, Renkum, Arnhem, Nijmegen, Tiel en Zaltbommel. De renners bezochten daar alle materiaal-sponsoren (fietsen, kleding, helmen, tassen, sportvoeding), financiële sponsoren en de aangesloten wielerverenigingen (Axa Valleirenners, WV Ede, RETO Arnhem, R&TC Groenewoud en JvR De Batauwers). De tocht was een mooi gebaar van de jonge renners, naar de sponsoren en de wielerverenigingen, die volgens de jongens “best wat extra exposure kunnen gebruiken bij gebrek aan echte wielerkoersen in Corona-tijd”. 

De monstertocht eindigde in Eck en Wiel waar de 24 uur op een parcours van 7 kilometer werd volgefietst. Om middernacht lag de finishlijn op 603 kilometer. Zonder tussenstops en pauzes uur werd er 20 uur gefietst, wat het gemiddelde tempo op ruim 30 km/per uur bracht.