De 20-jarige Brabander had snel door dat het coronavirus hem langer dan enkele weken uit koers zou houden. “De knop was snel om. Ik ben me gaan richten op duurtrainingen de afgelopen periode, het is gelukkig mooi weer en we mogen in Nederland nog buiten fietsen. Je kunt je er druk over maken dat er geen wedstrijden zijn, maar dat heeft weinig zin.” De vorm was er wel degelijk bij Blummel, dus hij zit wel met het gevoel dat hij die goede benen nog niet heeft kunnen verzilveren. “Ik merkte dit voorjaar wel dat ik tijdens de winter weer een goede stap gezet had. Die vorm was er in Wanzele Koerse op 4 maart en ook in de Dorpenomloop van Rucphen, waar ik uiteindelijk 23^e was. In de sprint liep ons plannetje mis en zo kwam er niet uit wat er voor ons gevoel wel inzat. Maar op zo’n moment rijd je naar huis met de gedachte dat het er snel een keer uit gaat komen. Niet dus…”

Ambities om prof te worden

Zoals elke renner heeft hij wel een gedachte over wanneer er weer gekoerst kan worden. “Sinds de KNWU het Nederlands kampioenschap op de weg voor beloften naar begin augustus heeft verplaatst, is dat wel een beetje mijn mikpunt geworden om weer in vorm te zijn. Maar ik blijf goed werken aan de basisconditie. Krijgen we te horen dat we al eerder kunnen koersen, dan zal ik er staan en ook met ambitie.” Uiteindelijk hoopt hij – zoals velen op continentaal niveau – ooit beroepsrenner te worden. “Ja dat is wel mijn doel. Ik denk dat ik de afgelopen jaren telkens progressie kon boeken en weet dat mijn niveau nog wat omhoog moet, om ook daadwerkelijk de overstap te maken. Maar met ons team VolkerWessels-Merckx hebben we een mooie stap gezet richting continentaal niveau, beschikken we over een prima programma en het doel is om vooral in de UCI-wedstrijden te tonen dat ik daar op mijn plek ben. Dat zijn toch de wedstrijden waar naar gekeken wordt.”

Winnaar worden

Maar hij onderschat ook zeker de wedstrijden op de nationale kalender niet, van bijvoorbeeld de wedstrijden uit de topcompetitie. “Het gaat er ook om dat je kunt laten zien dat je een winnaar kunt zijn. Het winnen van koersen is – samen met mooie resultaten in internationale koersen – altijd een goed  visitekaartje.” Hij heeft twee aansprekende zeges op zijn palmares staan. Behalve de Omloop van Valkenswaard – in 2018 – wist hij vorig jaar de finalewedstrijd van de Nederlandse Loterij Clubcompetitie in Noord-Holland te winnen. De ingrediënten voor die successen waren telkens dezelfde. “Ik ben een renner die van een goede afvalrace houdt op Nederlandse bodem of in ieder geval op relatief vlakke parcoursen. Ik kan lang mee als er een wedstrijd lang gas gegeven wordt en dan kan ik het vervolgens afmaken dankzij mijn sprint.”

Uitkijken naar Brabantse koersen

Blummel hoopt die snelle benen nog verder te ontwikkelen. “Ik zou dit jaar ook graag de kans krijgen mezelf eens in een massasprint te tonen. Met werken voor andere snelle mannen in de ploeg heb ik bepaald geen probleem, maar ik ben ook wel benieuwd hoever ik kom als we met een grote groep naar de streep gaan.” Wat dat betreft zijn er bij de Gestelnaar nog ambities genoeg. “Ja het NK op de VAM-berg natuurlijk, maar ook mooie najaarskoersen zoals de Omloop van Valkenswaard en de Ronde van Midden-Brabant. Koersen in de eigen regio die me goed liggen. Maar ik zal overal mijn kansen proberen te pakken. Ik heb echt zin om weer te gaan koersen. Dat motiveert me om in deze periode te blijven trainen, zodat ik er zo snel mogelijk weer kan staan.”

De zege in de Omloop van Valkenswaard koestert hij nog altijd. “Destijds konden we met Parkhotel Valkenburg-Destil de opsteker van een zege goed gebruiken. Winnen motiveert altijd en zeker als dat lukt in een mooie wedstrijd. De omloop was destijds nieuw, maar zeker een toevoeging voor de kalender. De gravelstroken geven zeker een extra dimensie aan deze wedstrijd. Het is goed om te horen dat de organisatie erin geslaagd is de wedstrijd op de kalender te houden en ik hoop er opnieuw te rijden dit najaar. En te winnen natuurlijk.”

Foto: © Sportfoto