Tekst: Roy Schriemer

Bij Alecto voelde Koster zich vorig seizoen prima op zijn plek. “We hadden een kleine ploeg, waardoor je wel alle wedstrijden reed. Ik denk dat ik er nog gereden had, als de ploeg was blijven bestaan. Maar ik kreeg een mooie aanbieding van Metec-TKH en zie die transfer nu ook best zitten. Deze ploeg heeft een prima buitenlands programma om mezelf meer te kunnen ontdekken in wedstrijden met meer klimmetjes erin.  Vorig jaar is het nog niet duidelijk geworden in welke wedstrijden ik het best tot mijn recht kom. In vlakke koersen reed ik vrij aardig, zoals in de PWZ Tour en zo. Op nationaal niveau kon ik zowel de heuvels in Limburg en vlakke koersen aan. Maar toen reed ik de Fleche du Sud en toen werd ik er met mijn klimmersbouw toch ook wel afgereden. Ook in Portugal reed ik niet echt bij de top. Ik zal me meer moeten ontwikkelen als klimmer, ik heb de bouw wel. Misschien kwam het ook wel omdat je niet veel in het buitenland reed. Je moet dan meer klimmen om er routine in te krijgen.”

Meer keus

Ambities zijn er wel degelijk.  “Om een stap hoger te komen, moet je wel koersen winnen van niveau. Ik hoop daarin dit jaar weer een stap te maken. We hebben een goede ploeg en rijden meer buitenlandse koersen, ook klimkoersen. Bij Alecto gold: wat we aan programma hadden, konden we rijden. Nu is er meer keus tussen bijvoorbeeld een vlakke koers hier of een koers met bultjes in het buitenland. Dan kun je wat meer een programma samen stellen naar wens. Mijn focus ligt op UCI .2 of hoger. Alles in het buitenland met klimmetjes, daar leg ik ook de nadruk op. Dat is nodig om de stap te maken naar de profs. Zelfs de vlakke WorldTour-wedstrijden bevatten vaak al 2000 hoogtemeters, je moet wel omhoog kunnen, ook als je geen klimmer bent.  Door profteams wordt er in de .2- en .1-koersen het meeste naar je gekeken, dan moet je jezelf daar dus ook laten zien. Ik zou aan het einde van dit jaar de stap willen maken, maar ik gun me voor mijn profambities zeker de beloftenperiode  de tijd.”

Andere insteek

Over gekomen van de junioren was het toch ook even zoeken. “Bij de elite/beloften kun je niet altijd rijden om te winnen. Soms moet je met een andere insteek de koersen in. Zeker in koersen met een internationaal veld moet je jezelf soms andere doelen stellen. Ook een keer werken voor het team of een keer mee in de vroege vlucht zitten. Je moet zorgen dat je beter wordt in dit soort koersen.” Maar eigen doelen zijn er ook. “ Er zijn genoeg wedstrijden die ik voor dit seizoen hoog op mijn lijstje heb staan, maar weet niet of het slim is daar uitspraken over te doen. Het NK op de VAM-berg is er daar één van, dat heb je goed geraden, die staat wel hoog aangeschreven voor mij. Maar het seizoen is net begonnen. Ik ga eerst eens kijken hoe ik ervoor sta, ook ten opzichte van de anderen. Eens kijken of ik dit voorjaar een stap kan maken.  Ik doe geen een Olympia’s Tour, ik rijd de Tour de Normandie. Dat is zeven dagen en ik wil graag in het buitenland koersen. Ik ben het jaar gestart in de GP Le Samyn, dat was een zware koers om mee te beginnen, van hoog niveau. Nu komen voor mij de Ronde van Groningen, wat ik als Noord-Drent zie als een thuiswedstrijd, en de Dorpenomloop Rucphen eraan. Ik denk dat het profniveau er voor mij in zit, dan moet het er dit jaar of in de volgende seizoenen wel uitkomen.”

Foto: © Sportfoto