Door die val werd Pascal Eenkhoorn de best geklasseerde Nederlander, maar wel tegen wil en dank: zevende. De Italiaan Samuele Battistella werd eerste. Stefan Bissegger uit Zwitserland was tweede, de Brit Thomas Pidcock veroverde het brons.

Eekhoff reed tijdens de wedstrijd op een geparkeerde auto. Hij had daarbij zijn schouder uit de kom, maar wist die zelf weer terug te drukken.In de finale stak hij met Higuita en Kron over naar een kopgroep van vier en won vervolgens de sprint.

De jury had veel tijd nodig om tot een beslissing te komen, maar op basis van de beelden van het vasthouden door Eekhoff, verdween hij volledig uit de uitslag.

Pascal Eenhoorn zei - tijdens het juryberaad - dat de Nederlandse ploeg een sterke wedstrijd had gereden. "We probeerden de boel vroeg op de kant te zetten, maar dat lukte niet. Wellicht was het nog te vroeg. Later konden we op de beklimming met drie man mee zitten in de eerste groep. We zijn geen rasklimmers, maar we waren wel mee. Later viel het uit elkaar en was topfavoriet Philipsen eraf." Ide Schelling viel daaruit weg na een lekke band. Vijf koplopers gingen in de aanval, een Pool viel daaruit weg. "Nils sprong mee met de Colombiaan Higuita. Het was een beetje om beurten.Ik hoopte er het beste van. En dacht nog mooi dat we met met twee man in de top 10 eindigden. Maar toen bleek hij gewonnen te hebben, maar later toch niet. Bizar dat ze hem straffen voor iets wat zo vroeg in de koers gebeurd is. Dit slaat nergens op. Ik heb vier keer de motor moeten wegsturen voor het peloton omdat ze daar te dicht op zaten. Die hebben daar van kunnen profiteren op het moment dat Nils er af was." Zelf was hij op dat moment tevreden over de afloop. "Ik denk dat ik nog een mooie sprint rijd, ik heb niet eens omgekeken. Er waren alleen zeven man sterker en daar had ik best vrede mee. Ik heb het afgelopen jaar veel grote koersen gereden in dienst van anderen, maar daar word je sterk van."

Nils Eekhoff was direct na de wedstrijd niet in staat om commentaar te geven. De KNWU kreeg 200 chf boete.

Foto: © Sportfoto - Bart Hazen