Tekst: Roy Schriemer

Zijn seizoen gaat zaterdag van start met de Ronde van Groningen. Wolsink begint het seizoen nu voor de ploeg waar hij vanaf de zomer 2018 actief is: Vlasman Continental Team. Vorig jaar startte hij in de kleuren van VolkerWessels-Merckx. Hij wil die transfer graag waarmaken. “Ik denk dat ik mezelf hier kan ontwikkelen tot een renner die vaker kan winnen.  Vorig jaar won ik twee klassiekers en heb ik ook het VIRO-criterium gewonnen. Toen won ik op het niveau van de clubcompetitie, ik hoop dat er dit jaar een overwinning in een nationale of zelfs internationale klassieker in zit.”

Wolsink is een renner die meestal vanaf mei echt op stoom begint te komen. “Ik heb wat wedstrijden nodig. Ik kan er niet tegen trainen en in mei sta ik er meestal gewoon. Het zou wel kunnen dat het nu iets eerder komt. Ik ga wel met die instelling het seizoen in, ook op verzoek van de ploeg. In april en misschien zelfs maart kan ik wellicht ook al goed zijn. “

Hoewel hij over rappe benen beschikt, vindt de Hengeloër zich geen rassprinter. “Nee ik vind mezelf geen type voor de massasprint. Ik kan ook aanvallen   of met een groepje aankomen. Dat bewees ik vorig jaar door in de Parel van de Veluwe lang vooruit te rijden met Wiebe Scholten en dan de sprint te winnen. In Roden won ik dan weer de sprint van een grote kopgroep. Binnen de ploeg hebben we natuurlijk Wim Stroetinga ook nog met al zijn ervaring voor als alles bijeen blijft. Onderweg kunnen we vaak nog bepalen voor wie we gaan rijden als er gesprint wordt.” 

Hij kijkt naar twee wedstrijden in het bijzonder uit: het NK voor profs en de Ronde van Overijssel. “Voor Overijssel was ik vorig jaar niet opgesteld, terwijl ik later wel blijk gaf van goede vorm. Ik wil er dit seizoen sowieso vroeger staan, zodat er geen enkele twijfel is of ik daar aan de start moet staan. Verder lijkt het NK voor profs mij een bijzondere wedstrijd. Ook omdat het langer is dan tweehonderd kilometer, dat heb ik nog nooit gedaan. Ik kijk ook daar naar uit.”

Foto: © Sportfoto