Tekst: Roy Schriemer

Voor Van der Haar was het tot nog toe een seizoen waar hij deels wel, deels niet tevreden op terug kijkt. “Ik ben na twee jaar blessure- en ziekteleed heel blij dat ik conditioneel een heel stabiel seizoen achter de rug heb. Daar kan ik de komende jaren verder op voort bouwen. Er waren veel vierde plaatsen bij dit jaar. Een aantal keren had er wellicht toch meer ingezeten als ik gevrijwaard was gebleven van pech. Zo reed ik in Namen – op een ronde waar ik normaal goed uit de voeten kom – tot twee keer lek en zie zo een mooie klassering uit het zicht verdwijnen.”

Geen stress

Gezien een seizoen met veel klasseringen net buiten het podium, weet hij dat er heel goed een vierde of vijfde plek uit zou kunnen rollen in Denemarken. “Ik start daar niet met stress. Ik heb daar sowieso nooit zo veel last van op kampioenschappen. Maar het is sowieso niet dat ik de spanning heb van meestrijden voor de wereldtitel. Krijg ik de kans voor goud te gaan, dan laat ik die niet liggen natuurlijk, maar ik zou met een medaille al heel content zijn. Met Mathieu van der Poel is een grote kandidaat voor de titel genoemd en ook Toon Aerts en Wout van Aert zijn van een hoog niveau. Daarachter heb je telkens andere mannen die hun slag slaan, zoals onlangs weer een sterke Michael Vanthourenhout in Pontchâteau. Maar het WK is een aparte wedstrijd. Je weet nooit of iemand onder de druk bezwijkt. Ik ben klaar om toe te slaan”

Zilver en brons

Zelf kijkt het met het meeste plezier terug op de wereldkampioenschappen waar hij zelf op het ereschavot stond. “Louisville in 2013 was mooi, omdat ik daar vrij onverwacht debuteerde met brons in het elite-kampioenschap. Maar in 2016 deed ik echt voor de titel mee tot diep in de wedstrijd en was ik niet eens supertevreden met zilver, omdat ik het idee had dat ik daar goud had moeten halen. Ook de ambiance was daar geweldig.” In 2015 was er ook brons op het WK in Tabor. Of Bogense in het rijtje met gedenkwaardige kampioenschappen komt, daar is Van der Haar nog niet zeker van. “Het parcours spreekt me op zich niet zo aan, het is geen parcours waar gemakkelijk verschillen gemaakt kunnen worden. Zeker niet nu men trappen en bruggen heeft toegevoegd, die de plaats van op te rijden hellingen innemen. Misschien dat gladde omstandigheden – ijs of sneeuw – het parcours selectief maken. Maar daar kun je eigenlijk pas wat zinnigs over melden op het moment dat je het rondje aan het verkennen bent geweest. Ik ben er conditioneel en mentaal klaar voor, dat is ook gewoon heel belangrijk.”

Hij verwacht dat Bogense niet iemand specifiek voordeel biedt. “Gezien het seizoen is Mathieu van der Poel favoriet. Een snel parcours met veel bochten is ook wel iets voor hem. Toon Aerts kan dat ook en Wout van Aert gaat op basis van zijn power heel lang meedoen voor de winst, verwacht ik."