Harrie Lavreysen wist het brons te bemachtigen na zijn gewonnen wedstrijden tegen Roy van den Berg.

Nederland is op dit moment een zeer sterke sprintnatie. Dat maakt de titel extra waardevol. "We zeggen allemaal dat het draait om EK's, WK's en wereldbekers. Maar natuurlijk komen we hier allemaal voor twee dingen: heel snel zijn en uiteindelijk winnen. Het komt bij ons niet vaak voor dat we tegen elkaar rijden, het kan goed zijn dat we elkaar pas bij het WK weer tegen komen. En eigenlijk wil je dan ook niet teveel van je tactiek prijs geven. Op snelheid ontliepen we elkaar in de kwalificatie nauwelijks, maar uiteindelijk ben ik kampioen. Misschien had ik iets van voordeel omdat Jeffrey in de halve finale een beslissende manche (bellle) moest rijden. Wie weet was ik daardoor wat frisser. Al was mijn halve finale tegen Lavreysen ook zwaar bevochten."