Tekst: Roy Schriemer

De 25-jarige renster van Texel werd daags daarna in Ruddervoorde vijfde in een topveld, waarmee ze nog eens aantoonde dat ze dit jaar nadrukkelijk een stap gezet heeft. Als het Betsema ligt, gaan we nog meer van haar zien en horen deze winter, te beginnen op het EK in Rosmalen. “Als ik zeg dat ik op het podium wil staan in Rosmalen, leg ik de lat heel hoog, maar ik hoop het stiekem toch.”

Veranderingen missen uitwerking niet

Vorig jaar klopte Betsema al voorzichtig op de deur te midden van de topcrossers. Ze realiseerde Een winter die vooral haarzelf veel vertrouwen gaf. “Ik ben daarna in contact gekomen met de Belgische trainer Tom De Kort. Samen zijn we toen gaan bouwen richting het nieuwe seizoen. Er zat vooral veel rust in die periode, al heb ik in de zomer op Texel toch ook een aantal techniektrainingen ingelast, verder ben ik wat afgevallen.  Ik ben blijven mountainbiken, maar de cross kreeg voorrang in de planning. Allemaal zaken die hun uitwerking niet gemist hebben. Ik begon direct sterk aan mijn seizoen met de overwinningen buiten Vlaanderen. Die resultaten en de bijbehorende punten had ik nodig om een plek in de top 50 te verkrijgen, een positie die me een startplek in de wereldbekers garandeert.  De veldrit van Gieten was mijn eerste echte test in een topveld. Ik werd daar zesde en dat gaf al veel vertrouwen.”

Mikte op podium

De veldrit in Neerpelt was een wedstrijd waar ze vooraf al hooggespannen verwachtingen van had. “Ik had er vorig jaar gereden en toen gemerkt dat die ronde me enorm goed lag. Het deed me wat denken aan mijn trainingen op Texel, korte maar steile beklimmingen, er lag veel zand. Natuurlijk waren niet alle toppers aanwezig, maar er waren genoeg goede rensters aan het vertrek. Normaal start ik vanaf de derde startrij, wat natuurlijk niet ideaal is om direct mee te zijn. Maar in Neerpelt vertrok ik vanaf de eerste rij en kon ik me direct met de strijd om de eerste plekken bemoeien. Maud Kaptheijns was goed weg, ik volgde in haar spoor. Toen ik haar passeerde, kon ik een kloof slaan en dat hield ik vol. Die eerdere zeges waren ook heel mooi, maar de winst in Neerpelt was wel echt een hoogtepunt. Gezien het veld, maar ook kijkend naar de impact die het had.”

Blijven ontwikkelen

De moeder van twee kinderen – Jukka (7) en Wolf (4) – heeft het idee dat er nog veel meer in het vat zit voor haar. “Als ik kijk hoelang toppers als Ellen van Loy en Katherine Compton door kunnen gaan met het bedrijven van deze sport op hoog niveau, dan moet ik nog jaren vooruit kunnen. Ik blijf me ontwikkelen, wordt nog altijd sterker en technisch beter en neem alle ervaringen van de afgelopen tijd weer mee naar de volgende wedstrijden.” Ze heeft een eenvrouwsploeg, maar weet niet of dat zo blijft. “Er komen na die prestaties van de afgelopen tijd ook aanbiedingen van teams op mijn pad. Ik ben er nog niet uit hoe ik verder ga.  Deel uitmaken van een team heeft zeker ook voordelen, maar aan de andere kant ben ik nu aan niemand verantwoording schuldig, zit ik nergens aan vast. Dat is ook wat waard.”

Mikken op hoofddoelen

Het EK in Rosmalen is een doel voor Betsema. “Ik was er vorig jaar negende en herinner me dat de ronde me goed lag. Ik heb de parcoursverkenning van vorige week laten schieten, omdat ik het parcours in grote lijnen al kende. Natuurlijk leg ik de lat nu steeds hoger nu ik zo goed bezig ben. Na de winst in Neerpelt wist ik op zondag nog vijfde te worden in Ruddervoorde. Ik was de eerste in de uitslag die beide dagen gereden had. Daarmee bevestigde ik toch opnieuw mijn vorm. Als ik zeg dat ik op het podium wil staan in Rosmalen, leg ik de lat heel hoog, maar ik hoop het stiekem toch.”  Verder staan de wereldbekers, de klassementscrossen en het WK rood omcirkeld in haar koersagenda. “Ik hoop op een seizoen met veel mooie resultaten, maar het zou mooi zijn als ik ook in de absolute topcrossen een uitschieter kan kennen.”

Foto: © Sportfoto