De twijfel of het goed zou komen, was er in Saint Quentin en Yvelines ook vorige maand bij het EK Baan. De omschakeling van de weg naar de baan moest binnen een aantal dagen plaats vinden, dagen waarin ze ook nog veel had moeten reizen. “Maar ik kreeg waarop ik hoopte, won direct goud in de afvalwedstrijd en stond elke dag op het erepodium. Bij het laatste onderdeel  – de koppelkoers – begonnen de inspanningen wel weer hun tol te eisen. Na het EK heb ik even een week rust genomen.  Het is al met al een lang seizoen geweest, maar natuurlijk hoop ik ook in Apeldoorn nog goed te presteren. Als ik eenmaal een rugnummer op heb, ga ik altijd voor het hoogst haalbare.”

WK-startplekken veilig stellen

Ze wil graag rijden in Apeldoorn, maar moet ook op het omnium en de puntenkoers uitkomen om volgend jaar op het WK Baan op deze onderdelen uit te mogen komen. Zoals ze in Glasgow moest starten om op het wereldkampioenschap op de scratch uit te komen. “Ik ben de enige Nederlandse met genoeg punten om op die onderdelen uit te komen, daarom moet ik persoonlijk die startplekken veilig stellen. Maar ook los daarvan wilde ik natuurlijk in Apeldoorn rijden. Het is de thuisbaan en ik weet dat er altijd veel mensen dan een keer naar me komen kijken. Vriendinnen zeggen vaak ‘waar kan ik je een keer zien?  Dan kan ik ze moeilijk naar Cali of Glasgow laten komen, maar Apeldoorn biedt een mooie gelegenheid me een keer in een internationaal evenement in actie te zien. “

Goed opletten

De vorm is niet van olympisch niveau, maar op het EK bewees ze enkele weken geleden nog dat er rekening gehouden moest worden met haar. Ze kwam er in een favorietenrol terecht. “Je merkt dat veel coaches zeggen dat hun rensters zich op mij moeten richten. Als ik dan naar boven stuur, doen nog eens vier andere deelneemsters hetzelfde. Ik moest daar een aantal keren echt mijn verantwoordelijkheid nemen om er nog een koers van te maken. Ik kan niet goed inschatten hoe de concurrentie in Apeldoorn gaat zijn, maar ik wil me sowieso tonen. Hopelijk levert dat ook nog eremetaal op.” Het nieuwe omnium – niet meer over zes maar over vier onderdelen en nu verreden binnen één dag – kon ze op het EK voor het eerst uittesten. Die nieuwe opzet maakt de afloop misschien wel moeilijker te voorspellen. “Natuurlijk ben ik blij dat met de 500 meter mijn zwakste onderdeel eruit is, maar de vliegende ronde en de achtervolging waren dan wel weer troeven. Met pelotonsonderdelen moet je goed opletten, maar ik ben er gelukkig wel bedreven in.”

Foto: © Sportfoto