Tekst: Dan Rolandus

"We gaan knallen in Rio,’’ geeft  de in Delfgauw woonachtige Nootdorper aan met zijn ploeggenoten Jan Willem van Schip, Wim Stroetinga, Tim Veldt en later Nils van ’t Hoenderdaal voor het hoogst haalbare, misschien wel Olympisch podium, te willen gaan. "Ik herinner me nog dat ik een halfuur na de bike-off van de bondscoach (Jabik-Jan Bastiaans, DR) te horen kreeg dat ik mee mocht naar Rio. Het was moeilijk te geloven. Rio is voor mij altijd een droom geweest. Een halfjaar geleden waren de Olympische Spelen nog heel ver weg.’’ Jabik-Jan Bastiaans bracht ruim een maand geleden in het Sportpaleis Alkmaar de teleurstellende boodschap over aan Roy Eefting en Dion Beukeboom dat zij voor Rio waren afgevallen. "Ik hoorde in mei dat ik het voor de nummer één positie in de rangorde van de ploeg moest uitvechten met Roy (Eefting, DR). Roy was al twee jaar een vaste waarde in het team en ik zat pas bij de groep sinds de WB-wedstrijden in Hongkong in januari. Roy was tot en met het WK in Londen beter dan ik. We werden van kamergenoten ineens concurrenten van elkaar. Best vreemd als je daarvoor alles samen in de ploeg hebt gedaan en nu ineens tegenover elkaar staat als concurrenten. In de weken voorafgaand aan de bike-off was er dan ook een gezonde spanning. Een spanning waarin je het beste uit jezelf naar boven kon halen. Ik voelde me dus niet kansloos. Ik heb tijdens de bike-off niet naar Roy gekeken om mezelf te focussen op mijn race.’’

Besef

Joost van der Burg keerde na een zweverig poosje weer terug op aarde en realiseerde dat hij toch echt het huzarenstukje had geflikt om zich in de Olympische achtervolgingsploeg te vestigen. "Het besef wat je er allemaal voor hebt laten schieten om het doel te bereiken. De combinatie baantraining en het koersen op de weg begon steeds lastiger te worden waardoor ik vanaf mei geen wedstrijd meer op de weg heb gereden. Naast de groepstrainingen heb ik mezelf ook gedwongen om specifiek in m ’n uppie op de baan te trainen. Mezelf de prikkel en de discipline op te leggen om telkens naar de baan ik Alkmaar te gaan om individueel te trainen met oogkleppen voor de focus te leggen op Rio.’’ "Vanaf begin juli was het toewerken naar Rio, genieten ook’’, sluit de Oostlander af. Joost van der Burg zal op donderdag 11 augustus samen met Tim Veldt, Wim Stroetinga en Jan-Willem van Schip uitkomen op de ploegenachtervolging. Een dag later neemt teamsprinter Nils van ’t Hoenderdaal de plaats in van Tim Veldt. Veldt gaat zich dan voorbereiden op het omnium. "We willen laten zien dat we als team stappen hebben gemaakt en willen dat uitstralen door het nationale record van 3.58 te verbeteren wat zou betekenen dat we bij de eerste zes zouden eindigen. Een feit is dat de Australiërs en de Engelsen met een Bradley Wiggins en een Mark Cavendish de te kloppen ploegen zijn. Wat wij willen is knallen, het record verbeteren en zien wel hoever dat ons gaat brengen’’, aldus Joost van der Burg. De laatste keer dat de mannen van de ploegenachtervolging op het podium hebben gestaan, was in 1964 met Jaap Ooudkerk, Cor Schuuring, Henk Cornelisse en Gerard Koel.

Foto:  Restore